14
bekend, wat hem eene nauwkeurige kennis kon geven van den toe
stand van het Nederlandsch-Indische leger en de aanwezige middelen
van tegenweer aldaar, hetzij tegen binnen- of buitenlandsche vijanden,
en hij verschafte hem alle daartoe betrekking hebbende bescheiden.
De generaal had in last alles te zien, alles te onderzoekeu, zich naar
alle plaatsen en punten te begeven, waar persoonlijke aanschouwing
van nut zou kunnen zij u, en voorts om hiervan een nauwkeurig
verslag uit te brengen, en een plan te ontwerpen, dat, in verband
met eene nieuwe organisatie van het leger en een nieuw verdedi
gingsstelsel, inzonderheid het eiland Java moest betreffen, in zooverre
de stand van zaken, dien hij daar zou aantreffen, hem eene wezenlijke
verandering noodig zoude doen oordeelen." De schrijver der levens
geschiedenis van generaal von Gagern teekende daarbij aan„Nog-
tans was er tusschen het Indische leger en het Nederlandsche in
Europa slechts een zeer gering verbandhet (d. i. Indische) stond
nagenoeg op zich zelf; en terwijl de militaire organisatie, de uitrus
ting, de school in Europa groote verbeteringen hadden ondergaan,
bleef dit alles schier zonder invloed in Indië." De zending van den
generaal-majoor von Gagern omvatte dus meer dan stelsel van defen
sie en daarbij behoorende legerformatie. „Vermoedelijk" leest
men verder in zijne levensbeschrijving „heeft hij in last gehad om
op de plaats zelve zich te overtuigen van de doelmatigheid van het
verdedigingsstelsel, en zijne meening te doen kennen aangaande de
middelen, die zouden kunnen strekken om bestaande verkeerdheden
en misbruiken weg te nemen."
Welke „bestaande verkeerdheden en misbruiken"? De Indische
commandant van het leger, luitenant-generaal Cochius, genoot het
volste vertrouwen van Gouverneur-Generaal, Minister en Koning, want
hij bekleedde die betrekking reeds negen jaren. Niet minder was
dit het geval met den onder den legercommandant staanden generaal-
majoor Jhr. van der Wijck, die het defensiestelsel van den Com
missaris-Generaal van den Bosch had uitgewerkt en sedert veertien
jaren aan het hoofd der genie stond. „Het journaal" van den gene
raal von Gagern „maakt geen gewag van zijne militaire waarnemin
gen en dienstverrichtingenhet geeft ook geen aaneengeschakeld
overzicht van al hetgeen hij.gezien en ondervonden heeft." Meteen