299
Behalve, dat wij het verder betreuren, dat voor enkele beschrijvingen
de schaal der schetsen wat te klein is wij wijzen bijv. op Ban
tam komt het ons ook voor, dat de duidelijkheid zeer zou gewon
nen hebben, indien door een enkele lijn op sommige schetskaarten de
gevolgde marschroutes waren aangegeven. Dit trof ons b.v. bij het nagaan
der operatiën tegen Timbang Langkat in het Delische.
Een verwijzing naar in andere werken voorkomende kaarten, gelijk wij
op blz. 71 aantreffen, ware op meerdere plaatsen wel gewenscht geweest.
De studie van krijgsgeschiedenis zonder goede kaarten achten wij in het
algemeen weinig vruchtbaar.
Bij de beschrijving van den opstand in Bantam van 1850 valt nog te
vermelden, dat toen men er toe overging om troepen derwaarts te zenden,
tevens op den 28sten Februari een detachement cavalerie ter sterkte
van 25 man onder der .lsten Luitenant van Bell op den rechteroever
van de Tjikandie (Tjidoerian) werd gestationneerd om de grens Bantam
Batavia te bewaken. Dit detachement rukte op den 13den Maart
weder in.
Den 268ten April werd de Patih van Serang, Raden Bagoes Djaja Kerta
met zijn schoonbroeder gevangen genomen. Met een enkel woord hadden
wij er gaarne opgewezen gezien, hoe daardoor de ziel van den opstand
ontbrak en hoe deze daarna gaandeweg verliep. Resident en expeditie
commandant bleken de zaak juist te hebben ingezienhun meening werd
aanvankelijk niet door de Regeering gedeeld.
Bij hoofdstuk VIII, Borneo, ware het duidelijkheidshalve wellicht beter
geweest eerst de gebeurtenissen in Bandjermasing 18591863 en daarna
die in Sintang te behandelen; de vergelijkingen, die bij de beschrijving der
laatste met de eerste getroffen worden, zouden dan beter spreken.
Zeer lezenswaardig achten wij het in dit hoofdstuk onder „III, a,
inleiding", opgenomen algemeen overzicht van den opstand in Bandjer
masing.
Menig lezer zou op blz. 70 gaarne iets naders vernomen hebben omtrent
de aflossing van kolonel Andrezen en de overwegingen, die daartoe
leidden.
De vermelding van feiten in staatvorm, in dit en andere hoofdstukken
toegepast, achten wjj zeer geschikt wanneer het werk als leercursus bij
het onderwijs wordt gebezigd, minder geschikt echter voor eigen studie;
voor dat laatste doel ware een kort aaneensluitend verhaal met minder feiten
te verkiezen. Raadpleging van uitvoeriger werken bljjft noodig om de
vermelde feiten te kunnen apprecieeren
Een woord van lof verdient overste Hooyer voor de eenvoudige wijze
waarop hij de stof behandeld heeft. Zijn werk bevat een sober verhaal,-
dat voor zichzelf spreekt.