15 inkomen van f 30820 'sjaars -|- f 15 per dag verblijfkosten op reis en f 6000 gratificatie vertrok de generaal in Juni 1844 met drie adjudanten, de eerste luitenants le Clercq, George en List naar Batavia. „Eerst zou de commissie talrijker en brillanter zjjn" schreef de Generaal aan zijn vader „maar ik heb zelf verzocht, dat ze eenvoudiger mogt wezen, en nu zullen mij slechts drie subalterne officieren vergezellen." In zijn „Journaal" schreef hij: „Ik heb alle reden om met deze keus tevreden te zijn; het zijn krachtige, jeug dige menschen, voor de wetenschappelijke wapens gevormd, en zeer aangenaam in den omgang. Omtrent zijn zending schreef hij nog aan zijn vader: „Het is eene zending van het hoogste vertrouwen, eene der schoonste, die een officier in vredestijd beko men kan. Ik kon haar zonder indelicatesse, ja ook zonder mijn karakter te verloochenen, niet afslaan, dewijl de voorwaarden, die ik na den termijn van beraad gesteld had, ingewilligd zijn." (1) Wat de generaal voor de legerformatie gedaan heeft, is met een enkel woord medegedeeld in het opstelDe nieuwe formatie van het Indische leger." (2) Het rapport omtrent zijne zending naar Sumatra's Westkust is gedeeltelijk gepubliceerd door den Heer E. B. Kielstra in de Bijdragen van het Kon. Inst. voor taal-, land- en volkenkunde van Ned.-Indië, 1890. Minder bekend is het, dat de generaal von Gagern, in Indië zijnde, ook de mogelijkheid en wenschelijkheid heeft onderzocht om een geheel uit Europeanen samengesteld bataljon infan terie van het leger in Nederland in Indië te doen garnizoen houden en „om de zes jaren door een ander bataillon uit Nederland te doen aflossen." Omtrent dit denkbeeld won de generaal de adviezen in van den Indischen legercommandant en den generaal-majoor van der Wijck, die in 1845 werden gegeven. Op welke voorwaarden zoodanig bataljon in Indië moest komen, blijkt uit het advies van den Indischen legercommandant (generaal Cochius), dat o. m. luidde: „IV. Een geheel uit Europeanen bestaand bataillon infanterie, om de zes jaren uit Europa te zenden, af te lossen". (1) H. von Gagern. Het leven van den generaal Frederik von Gagern, van 1818 1848 in Nederlandsche dienst, enz., vertaald door Mr. C. C. E. d'Engelbronner, 2dln., Amsterdam, K. H. Schadd, 1866. (2) De Indische Gids, 1882. Zijn aandeel in de beworking van het Indisch defensie- stelsel beschreef generaal van Swieten in het Tijdschr. voor Ned.-Indië, 1869.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 32