315 van het transport en de nasleep van zieken had den marsch zoo vertraagd, dat er gemiddeld slechts 2 1/8 K. M. daags werd afgelegd. Het wekenlange uitblijven van bepaalde berichten verwekte in dien tijd in Frankrijk de grootste bezorgdheid voor het lot en de toekomst van het expeditionnaire korps en de pers liet zich op hevige wijze over de slechte voorbereiding uit. De hoofdschuld van alles werd gegeven aan den minister van oorlog, die voor de uitrusting en het onderhoud der expeditie van Majunga af te zorgen had. En werkelijk de toestand der Fransehen op het eiland was in die periode zeer kritiek. Had men zich reeds lang op het plan verheugd op den dag van het nationaal feest (14 Juli) Tananarivo binnen te kunnen rukken, nu moest men alle krachten aanwenden om dit doel ten minste voor het intreden van den regenmoesson (medio October) te bereiken, daar anders de operatiën tot onbepaalden tijd uitgesteld zouden moeten worden, behalve dat een verblijf gedurende den regentijd tusschen Andriba en Majunga door het gevaarlijke klimaat en de zwarigheden aan de verpleging verbonden, den onder gang van het expeditionnaire korps ten gevolge zou kunnen hebben. Was gedurende het eerste gedeelte der expeditie de brigade Metzinger aan het hoofd geweest, van Suberbieville af had de 2e brigade Yoyron de leiding op zich genomen. Wederom was de bouw van een straatweg, waarop alleen de Lefebvre-karren volgen konden, noodzakelijk, en moesten de troepen met kolossale verliezen dezen arbeid zelf verrichten, daar men op de hulp der Sakalaren, een inheemsche volksstam, die den Hova's vijandig gezind is, niet kon rekenen. Toen de colonne Andriba bereikte, verlieten de Hova's deze plaats zooals gewoonlijk, na de eerste kanonschoten. Wilde men Tananarivo, dat 170 K M. van Andriba verwijderd is, nog voor het intreden van den regenmoesson bereiken, zoo moest de marsch ten zeerste bespoedigd worden» Daar de zwarigheden der verpleging met het langer worden van de etappenlijn natuurlijk zouden vermeer deren, in het land zelf niets te vinden was, de ziektetoestand erger werd, van de Hova's echter geen ernstige tegenstand te verwachten was, zoo zag de generaal Duchesne tr van af met het geheele expe ditionnaire korps den mansch te vervolgen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 340