320 moerassige streek te marcheeren, waarbij hun ten slotte de mid delen ontbraken om hunne uitrusting en voeding op praktische wijze mede te voeren, daar er geen dragers en pakdieren waren en de Lefebvrewagens, nutteloos in zulk terrein, het aanleggen van een weg noodzakelijk maakten, waarvan de bouw aan duizenden het leven kostte. Men had bij de voorbereiding der expeditie moeten bedenken, dat op dit eiland zonder wegen geen karren, doch dragers en draagdie- ren volstrekt noodig waren. De verontschuldiging, dat men deze niet in voldoende aantal kon bekomen, is niet afdoende, wanneer men aan den geweldigen trein van menschen en dieren denkt, die de Engel- schen bij hunne veldtochten in Afrika medegevoerd hebben. De gezondheids-inrichtingen waren ontoereikend en er was gebrek aan geneesheeren en hospitaalpersoneel. De geneesmiddelen, zooals o. a. de in koortsachtige streken onontbeerlijke kinine, waren ondoel matig verdeeld en daardoor meermalen niet voorhanden. De zieken barakken en sanatoriën waren zonden eenig gemak ingericht, dik wijls was het drinkwater slecht. Bovendien kon de geneesk. dienst het verwijt niet ontgaan, dat de maatregelen genomen voor de thuisreis der zieken slecht waren en het sterftecjjfer op de met zieken opgevulde slecht ingerichte sche pen somtijds ontzettend groot werd. In tegenstelling met de ongehoorde verliezen door ziekten is, zooals reeds gezegd werd, het verlies door den vijand teweeggebracht gering te noemen. Ofschoon het leger der Hova's in naam eenigszins op militairen voet geschoeid was en zij door Engelsche officieren, die echter bij het begin der vijandelijkheden Madagascar verlieten, in de eerste beginselen van de krijgskunst onderricht waren, hebben zij nergens belangrijk tegenstand geboden, die met het oog op hunne sterkte wel te verwachten was. Voor beeldeloos laf wierpen zij overal de wapens weg en lichtten de hielen, zoodra de eerste gra naten insloegen. Hoewel zij bewapend waren met Snijder- en Remington geweren, had hun vuur zeer weinig uitwerking hetgeen waarschijn lijk ook aan slechte patronen te wijten was; 5 millioen nieuwe patronen in Tananarivo opgelegd vielen den Franschen in handen. Onwillekeurig vraagt men zich at: Wat zou het lot der Franschen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 345