324 gevormde tusschenruimten en vrijelijk laat men nu de artillerist aau zijn collega te voet zijn paarden en kanonnen toonen, alsmede hun wijze van bediening duidelijk maken. De infanterist streelt de paarden, tracht de vuurmonden te laden en verklaart het mechanisme van zijn geweer en de werking daarvan. Na eenige theorie over de beginselen, waarop de wederzijdsche ondersteuning van de beide wapens berust, begint de gevechtsoefening, waarbij in den regel een regiment infanterie en een batterij artillerie te zamen optreden. Het regiment ontwikkelt zich tot het gevecht; een vuurmond rijdt op in de tirailleurlinie. Bij de instructie werd medegedeeld, dat de tirailleurs steeds plaats moeten maken voor de artillerie en dat zij deze voor- en zijwaarts moeten dekken. Yan zelf wordt nu in dien geest gehandeld. Een andere vuurmond markeert later een zijwaarts oprijdende batterij. De nabij zijnde compagnie infanterie, bijv. uit de bataljons reserve hieronder verstaat men in Rusland alle zich niet in eerste linie bevindende compagniën van het bataljon moet nu zonder daartoe het* bevel af te wachten, door het innemen van een voor-en zijwaarts gelegen stelling de dekking der artillerie aan de buitenzijde op zich nemen en hiervan den bataljons-commandant bericht zenden. Een derde vuurmond rijdt op aan den anderen vleugel, maar met een ander front dan de infanterie; de naast bij zijn de compagnie moet om haar te dekken een daarmede verband houdende gewijzigde stelling innemen. Vervolgens laat men de zich in front bevindende artillerie voor waarts gaan; de tirailleurs moeten zorgen niet achter te blijven. Daarop beveelt men „Regiment rechtsomkeert marsch" terwijl de artillerie bevel heeft ontvangen om achter te blijven. De nabij zjjnde compagniëen moeten nu uit zich zelf, in strijd met het alge- meene terugtochtsbevel, standhouden tot dekking der artillerie. Ten slotte beëindigt een aanval op de artillerie, waarbij de dekkende troepen een tegenaanval moeten verrichten, deze elementaire oefening. Dragomirow schat den duur van een dergelijke oefening op 2 a 3 uur en meent, dat na een dergelijk onderricht, ten opzichte van de artillerie, door de aldus onderwezen infanterie niet zoo licht meer fouten zullen worden gemaakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 349