327 „lijk voor oogen te voeren, heeft men haar bij ons op de schietschool beproefd. Sedert dien tijd is zij dan ook met recht verbannen". Dragomirow verliest overigens niet de mogelijkheid uit het oog, dat zijn aanvalswijze onuitvoerbaar wordt. De tirailleurs moeten daarom steeds er in geoefend worden om bij het gebruik van hun wapen, zooveel mogelijk de gelegenheid tot dekking te benutten, die het gevechtsterrein aanbiedt. Speciale oefeningen zullen verder dienen om aanschouwelijk voor te stellen het medesleepen der, tengevolge van verliezen (in vredestijd door een signaal aan te geven) tot staan gebrachte tirailleurlinie door een onafgebroken opmarsch van achter- waartsche afdeelingen. Op het doelmatig leiden dezer afdeelingen, onder gebruikmaking van de dekkingen, die het terrein aanbiedt, legt Dragomirow bijzonder den nadruk. Bij de gevechtsoefeningen schijnt hij echter als beginsel vóór alles den offensieven geest te willen aankweeken ten koste van de vuuruitwerking en het gebruik maken van dekkingen. Deze hoofdtrek van de Dragomirow'sche vecht wijze is geheel in overeenstemming met de nationale karaktereigenschappen der Russen Hij kan echter volgens von Mach tegenover een goed gedisciplineer- den en goed schietenden tegenstander zeer bedenkelijke gevolgen hebben. Reeds in 1877 was de gebrekkige voorbereiding door vuur aan Russische zijde een voorname fout bij hun steeds met bewonderens- waardigen moed, uitgevoerde aanvallen en von Mach verwacht er voor een eventueelen tegenstander van Rusland veel voordeelen vau, indien in dit opzicht de raadgevingen van generaal Dragomirow in het Russische leger worden opgevolgd. Zoowel in de denkbeelden van den generaal Dragomirow als in hetgeen de kapitein von Mach daar tegen aanvoert is veel waars gelegen. Majoor Tonnochy zegt daaromtrent in zijn artikel zeer terecht, dat men van een zoo ontwikkeld man en een zoo bekwaam veldsoldaat, als generaal Dragomirow is, wel verwachten kan, dat hij weet welke bezwaren er aan verbonden zijn om, kalmweg, ongedekt tegen een dichte kogelregen der tegenwoordige geweren in te mar- cheeren. Men moet dan ook als vaststaande aannemen, dat dit niet in de bedoelingen van den generaal ligt. Geheel iets anders echter is het, dat hij bij de opleiding van den troep al het mogelijke wil

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 352