360 Eene bloote aanteekening, dat het stuk aan den beklaagde is ver toond en voorgehouden, voldoet derhalve niet aan de wet, telkens moet daarbij tevens worden vermeld welke aanmerkingen beklaagde daarop heeft. De vermelding der plaats gehad hebbende voorhouding moet door den Secretaris (c. q. ook door den tolk) worden onderteekend. In het onderhavige geval schijnt een en ander niet te hebben plaats gehad, waarschijnlijk wel omdat de fungeerend Secretaris in de meening heeft verkeerd, dat de voorschriften in quaestie niet toepasselijk zijn bij gerechtelijke informatien buiten de Residentie van den Krijgsraad. Hoewel die meening erroneus is, valt het niet te ontkennen dat zij in de wet wel eenigen steun vindt. Yolgens de letter toch van de art. 2426 R. L., zou, buiten de Residentie van den Krijgsraad, de beklaagde, die zijn misdaad niet bekent, in den regel slechts eenmaalen, in zeer bijzondere en dringende omstandigheden, hoogstens, tweemaal mogen worden gehoord, welk tweede verhoor alsdan uiterlijk binnen tweemaal 24 uur na het eerste zou moeten geschieden,„ten ware die „tijdsruimte onvoldoende mocht zijn, als wanneer, met voorkennis „van den garnizoens-commandant zooveel meer tijd aan het verhoor „zou mogen worden besteed." Wel leest men in art. 23 R. L. dat: „omtrent de verhooren van „den beklaagde, het requireeren en hooren van getuigen, het recu- „seeren van commissarissen en den Secretaris, het rapport doen „aan den C. O. het in arrest en op vrije voeten stellen van den „beklaagde, en wat meer van dien aard is, zal worden nagekomen „al hetgeen bij het volgend hoofdstuk (handelende over de rechtsple ging in de Residentie van den Krijgsraad), is vastgesteld, voor „zoover hetzelve alhier van eenige toepassing kan gehouden worden doch dit artikel sluit met de woorden en hij dit hoofdstuk niet anders is bepaald De voorschriften nu van art. 2426wijken geheel en al af van die van art. 7276; derhalve, zoo redeneert men, zijn deze laatste artikelen buiten de Residentie van den krijgsraad niet toepasselijk. 7)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 385