364 bij 9 salvo's /I X 20 8 X 30 8 X 20 1 X 30 V 9 9 9 X 20 9 X 30 20 30 9 2 Weet men daarentegen, dat met 20 °/0 trefkans 3 salvo's zijn gegeven en niet 1 of 4, en met 30 °/o trefkans 2 salvo's en niet 4 of 1, dat weet men ook dat van de vurende afdeeling is te verwachtenof 24 °/0 treffers en dan heeft men wel degelijk aan de vergelijking van „dit" trefferprocent met het wer kelijk verkregen procent, de vuurvaardigheid van den troep te toetsen. Stel, dat een afdeeling 1 salvo geeft met 99, en 99 salvo's met 1 °/0 trefkans, dan kan men van die afdeeling verwachten 1 X99 99X 1 j-qqof bijna 2 treffers. Stel verder, dat het werkelijk verkregen procent treffers tien maal zooveel, dus 20 bedraagt, zou men dan durven beweren, dat die afdeeling slecht geschoten had, omdat voor een afdeeling, die een onbepaald aantal salvo's afgeeft met 99 en 1 °/0 trefkans, als 99 1 gemiddelde trefkans of 50 °/0 gevonden wordt? Het voorbeeld is sterk gekozen maar„il faut esagérer pour „être compris". „Zijn wij," vraagt HUI, „bij de berekening van de trefkans „gebonden aan het aantal af te geven salvo's?" Zekerwanneer salvo's met verschillende trefkansen gegeven worden en wanneer de berekening dienen moet- en waarvoor dient zij in den regel anders tot beoordeeling van de al of niet gunstige uitkomsten van een troep, die gevuurd heeft, is men aan de soort en het aantal der af te geven salvo's gebonden. „Blijft," zoo luidt de tweede vraag, „blijft ook de sterkte van den „troep hierbij niet geheel buiten beschouwing?" Gaat men het voorbeeld na, waarin ik een peloton en een sectie liet vuren, dan zal men inzien, dat het antwoord hierop ontkennend is. Ter verduidelijking voeg ik hier nog een voorbeeld aan toe. Yan een peloton geeft de eene sectie, ter sterkte van 30 man, eenige S X 20 -4- 2 X SO D O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 389