369 Slobkousen. Eene zeer handige bevestiging van slobkousen, die bij de Marine steeds meer en meer ingang vindt door het groote gemak dat zij oplevert, is de volgende. In stede van knoopsgaten heeft men ronde gaatjes, middellijn 8 m.M., terwijl touwen lussen touwdikte 4 mM. de knoopen vervangen. De lengte der lussen is gelijk aan den afstand tusschen twee ronde gaatjes. Om de slobkous aan te doen wordt de onderste riem dichtgegespt en de eerste (onderste) lus daar het eerste gat gestoken waarna deze lus naar boven wordt omgevouwen. Daarop wordt de tweede lus door het tweede gat en vervolgens door het uiteinde der eerste lus gestoken en eveneens naar boven omgevouwen. Zoo wordt doorgegaan, totdat de laatste (bovenste) lus door het laatste gat en het uiteinde der voorlaatste lus is gestoken. Het stooteinde van den bovenriem der slobkous steekt men door het uiteinde der laatste lus en gespt den riem toè. Op zijde gezien gelijkt de bevestiging op eenen kettingsteek. Het is de moeite waard om deze bevestiging te beproeven. Passen van reserveijzers. Ieder officier van een bereden wapen wordt verondersteld op de hoogte te zijn van het militair hoefbeslag. Ieder van hen zal U onmiddellijk het rechter of linker voorijzer bij een normaal hoefbeslag kunnen aanwijzen, daar de buitentak van elk ijzer meer ronding of kromming heeft dan de binnentak. Men ziet echter bij het passen van reserve ijzers aan den beslagen hoef menigmaal de fout maken, dat de onder vlakten der ijzers tegen elkander worden gelegd waardoor de buitentak van het ondergelegde ijzer langs den binnentak van het reserveijzer komt en omgekeerd P Erratum. In de noot op blz. 800 der 10e aflevering van dit jaar is bij vergissing „Eko Teto" in plaats van „Eko Feto" opgenomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 394