381 De zachtheid en gewilligheid van den hengst of de merrie, vindt men evenzeer bij hunne producten terug, als hunne weerspannigheid, hunne ondeugden of wel hunne gewoonten om te slaan of te bijten, terwijl de ondervinding geleerd heeft, en het is van zeer veel belang dit te weten, dat de slechte karaktertrekken zich veel gemakkelijker overplanten dan de goede. Ziekten en gebreken zijn deels wel, deels niet aan erfelijkheid onderworpen. Yolgens Vallon moeten bij de paarden als veelal erfelijk worden beschouwd: longtering, kortademigheid, cornage, pigmentvlekken, maanblindheid, bjjziendheid, kribbebijten, ziekten der darmen, der blaas of van de lever, de harde beengezwellen en uit de natuur voort komende klemhoeven. De ondervinding leert, dat hoe meer de hengst en de merrie on derling in adel verschillen, hoe meer gevaar er bestaat voor over planting der gebreken. Bij de verschijnselen der erfelijkheid is het nu eens de hengst, dan weder de merrie, welke zich doet gelden, doch niet altijd behoeft het tyjpe der ouders in dat hunner kinderen te worden teruggevon den. Er doen zich gevallen voor, waar alle gelijkenis in type (uit wendige vormen) der veulens met hunne ouders geheel gemist wordt, doch waar gelijkenis met grootouders en overgrootouders beslist op den voorgrond treedt. In hoofdzaak treft men deze soort erfelijkheid bij de kleur der paarden aan. In een desbetreffend werk, vond ik o. a. de opmer king, dat een grijze hengst en merrie, afstammende van een voskleurige dan wel bruine hengst of merrie, veulens opleveren welke de kleur van hun grootvader dan wel grootmoeder hebben, dus vos-of bruin veulens. Ten slotte zij nog vermeld, dat sommige erfelijke ziekten en ge breken een geslacht overspringen en eerst bij het tweede, soms zelfs bij het derde geslacht teruggevonden worden. Voornamelijk komt zulks voor bij de harde beengebreken, terwijl ook de maanblindheid vaak een geslacht overspringt. DE INVLOED VAN DEN HENGST EN VAN DE MERRIE. Nu wij gezien hebben, dat zoowel de hengst als de merrie een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 406