382
groot gedeelte hunner fouten, gebreken en goede eigenschappen op
hunne veulens overbrengen, ligt de vraag voor de hand, wie van
beide den meesten invloed uitoefent, en welke rol zij in de nakome
lingschap spelen.
Wanneer men twee wezens samen laat paren, welke tot hetzelfde
Geslacht maar tot een verschillend Soort behooren, verkrijgt men een
product hetwelk den algemeenen vorm, het hoofd, de ledematen en
het karakter van den vader, daarentegen de taille en lichaamsom
vang van de moeder heeft. Dit ziet men duidelijk bij den muilezel,
het product van een paard en een ezelin, en bij het muildier, het
voortbrengsel van een ezelhengst en een paard.
Men heeft getracht hieruit ook een regel te trekken voor de wezens
van hetzelfde soort, doch de ondervinding bevestigt dezen regel
niet in alle opzichten.
Indien men toch een paardhengst en merrie, een ezelhengst en
ezelin doet paren, kan men geen duidelijk overwicht van een van
beide constateeren.
Bij de paring dus van individuën van hetzelfde soort is het noch
het soorc, noch het ra3, noch de sekse, doch alleen de persoonlijk'
heid, welke het overwicht op de afstammelingen uitoefent. In het
kort, de omstandigheden, welke het overwicht in de afstamming
geven, hetzij aan den vader, hetzij aan de moeder, zijn de mate van
kracht in samenstelling, de ouderdom, de gezondheidstoestand, de
actie en de geestdrift der beide individuën.
Wanneer men dan ook twee paarden laat paren, waarvan
een sterk en krachtig is, de ander zwak en uitgeput van arbeid
en ontberingen, zoo zal het product zoo goed als zeker alles
overnemen van het sterke en krachtige paard, hetzij dit de hengst of
de merrie is.
Is een der ouders goed volwassende andere daarentegen zeer
oud of zeer jong, zoo zal het veulen in den regel op den
volwassen voortbrenger geljjken en soms zelfs van hetzelfde
geslacht zijn.
Uit de paring van een zieke of herstellende hengst en een gezon
de merrie krijgt men in den regei een veulen, hetwelk op de gezon-