386 De croupe lang, goed gespierd en behoorlijk gericht, de schouders lang en schuin, goed gespierd, gepaard met vrijheid van beweging de opperarm lang en gespierd, de knie breed, de pijp kort, de koot kort en breed, de kroon breed van de eene naar de andere zijde, de hoef goed geëvenredigd, zonder eenige ziekte of misvorming, de hoornwand noch zacht noch broshet geheele been behoorljjk ge spierd en van juisten stand. Het spronggewricht ten slotte sterk en goed ontwikkeld en vrij van allerhande gebreken. Wat de geslachtsdeelen betreft zijn voor een dekhengst goed ont wikkelde en hooghangende zaadballen gewenscht omgeven door een glanzende en gladde huid; de linker iets grooter van omvang dan de rechter, terwijl de penis eerder klein dan groot dient te zijn met een middelmatig ontwikkelden koker. Bij de keuze van den dekhengst houde men ernstig rekening met de afstamming de ondervinding toch leert, dat naarmate een paard afstamt van een ouder en zuiverder ras, het ook in dezelfde mate zekerder zijn goede en slechte eigenschappen op zijne afstammelingen overbrengt. Een edele afstamming en een onberispelijke bouw alleen mogen echter nog niet voldoende geacht worden voor een goeden dekhengst, hij dient ook bewijzen van snelheid en volharding te hebben gege ven. Het is juist aan het consequent stellen dezer laatste voor waarde, dat de Engelschen hun onbetaalbaren volbloed te danken hebben. DE KEUZE DER MERRIE. De algemeene eischen aan den dekhengst gesteld zijn ook van toepassing op de fokmerrie. Als bijzondere eischen stelle men echter de volgende De achterhand moet meer ontwikkeld en meer verheven zijn dan bij den hengst; de croupe moet alle kenteekenen dragen van een ruim bekken, opdat de vrucht zich gemakkeljjk en volkomen kan ontwikkelen. Bij een kort en nauw bekken is de vrucht niet vrij in hare ontwikkeling en groeit hierdoor onregelmatig; alleen de harde deelen ontwikkelen zich in dit geval normaal, terwijl de zachte deelen en de ingewandsholten, den druk uitgeoefend door de orga nen van de moeder niet kunnen overwinnen en tengevolge hiervan achterlijk in ontwikkeling blijven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 411