391 want zijn, laat paren, b. v, vader en dochter, zoon en moeder, broe der en zuster. Deze fokking treft men hoofdzakelijk in Engeland aan en wel met het doel toevallige vormen, toevallige eigenschappen in eene familie voorkomende, te behouden en constant te maken. In Frankrijk is zij o. a. toegepast bij de bekende stoeterij van Pompadour, ten einde het zuivere Engelsch-Arabische ras te verkrijgen. Het is voorzeker de meest gevaarlijke wijze van fokken, die slechts met de meest mogelijke voorzorgen en zeer beperkt mag geschieden, daar men zich anders aan de ergste gevolgen blootstelt, zoowel wat betreft verbazende vergrooting der gebreken, en verlies van alle goe de eigenschappen als geheele ontaarding van het ras. OYER DE HENGSTIGHEID. De maanden onder het tijdperk der lente vallende, vormen den tijd, waarop de hengstigheid uitsluitend voorkomt bij de geheel wilde paarden en de half wilde paardenbij de tamme paarden is dit het gewenschte tijdperk tot dekken, hetgeen echter niet uitsluit, dat deze paarden na een bijzondere voorbereiding, gedurende het geheele jaar tot fokken te gebruiken zijn. De hengstigheid van den hengst openbaart zich door gejaagdheid en onrust, schitterende en levendige oogen, gespitste en steeds in beweging zijnde ooren, door het in de weide steeds rusteloos rond- loopen en door het op stal steeds in agitatie zijn, gepaard met aan houdend klauwen, stampen en hinneken. De ballen worden hard en gevoelig, vele erecties komen voor, somtijds gepaard met zaad- vloeiïngen. Sommige hengsten zijn in dit tijdperk zeer lastig en ondeugend, met neiging tot bijten. De verschijnselen van hengstigheid bij de merrie zijn de volgende: onrust en neerslachtigheid dan wel een overspannen toestand, welke zich uit in zenuwachtigheid, voortdurend omkijken, stampen, klauweo, urineloozing bij het aanhouden der beenen of bij de werking der sporen, kwispelen met den staart, optrekken van den rug en gevoe ligheid bij het poetsen. Zoodra een paard in de nabijheid komt, hinnikt de hengstige merrie en loost veelal urine; de geslachtsdee-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 416