892 len zijn rood, opgezet, warm, voortdurend in beweging, terwijl een slijmerig vocht ontlast wordt. De duur der hengstigheid is bij iedere merrie verschillend, zij wisselt af van 24, 36, 48 uur tot 8 en zelfs 15 dagen, vervolgens verdwijnt zij gedurende 20 tot 25 dagen en treedt alsdan weder te voorschjjn. De hevigheid is verschillendterwijl toch bij de eene merrie deze periode bijna niet waar te nemen is, openbaart zij zich bij de andere in hooge mate. De hengstigheid bij den hengst duurt aanmerkelijk langer; een goed gevoede, gezonde, volwassen hengst kan zelfs iederen dag tot dekken gebruikt worden. In vroegere tijden werden verschillende middelen toegepast tot opwekking en behoud der hengstigheid. Het eenige rationeele mid del is het in aanraking brengen van de hengst met de merrie, gepaard met een geschikte beweging en voeding; deze aanraking is voor de opwekking der geslachtsdrift van den hengst gewoonlijk alleen dan noodig, wanneer deze een voorliefde toont voor merries van een be paalde robe, terwijl hij voor elke andere merrie ongevoelig blijft. Dezelfde handeling bij de merrie komt echter veel voor, waartoe men een ouden, dan wel een weinig gevoeligen hengst van geringe waarde bezigt, (boute-en-train). Men plaatst hengst en merrie alsdan in een afzonderlijke box, echter door een soort open venster verbinding hebbende, en laat hen een a twee uren zoo staan, tot kort voor het tijdstip, waarop de merrie gedekt moet worden. Ver volgens plaatst men ben bij elkander, doch afgescheiden door een barrière van ongeveer een Meter hoogte, ten einde den hengst tegen het slaan der merrie te beveiligen. Deze hengst wordt ook gebezigd om te onderzoeken of de merrie genegen is om gedekt te worden, dan wel of zij reeds bevrucht is. Yan tijd tot tijd geve men dezen hengst eene merrie, ten einde zijn geschiktheid te behouden en een overprikkeling van geslachts drift te voorkomen. HET DEKKEN. In het paardengeslacht kan het paren reeds met vrucht plaats hebben van af het tweede levensjaar, de volwassen leeftijd is echter

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 417