402 Opvoeding op stal. Langen tijd heeft men gedacht, dat deze wijze van opvoeding niet geschikt was om goede paarden te verkrijgenzoodat zij ook weinig werd gevolgd. De ondervinding heeft echter ten slotte bewezen, dat deze opinie onjuist is, en dat de veulens volgens dit systeem grootgebracht, ede ler, schooner van vorm, minder behept met beengebreken en minder blootgesteld aan het krijgen van ziekten der jeugd zijn dan die, welke in de weide zijn opgekweekt.Yandaar dat men tegenwoor dig ook aan dit systeem de voorkeur geeft, vooral bij volbloed paarden. Wil men echter deze methode van opvoeding met succes toepas sen, zoo moet men in de allereerste plaats strenge hygiënische eischen stellen, als ruime, goed ingerichte, luchtige stallen: goed, afwisselend voer in ruime hoeveelheiduitgestrekte gelegenheid om zich in de open lucht te bewegen en oefeningen te verrichten in overeenstem ming met den leeftijd, en ten slotte groote zorg voor het poet sen enz. Het behoeft geen betoog, dat met het stellen van deze eischen groote kosten gepaard gaan, welke den prijs dezer paarden zeer verhoogen. Thans zullen wij de opvoeding op stal, in hare achtereenvolgende perioden nagaan. I. Van 6 (zes) maanden tot 't jaar. Na het spenen plaatse men de veulens met tweëen in denzelfden stal. Kunnen zij elkander verdragen, dan laat men hen los staan, uitgezonderd bij het voeren van de haver (gaba). Kunnen de stalgenooten elkander echter niet verdragen, zoo maakt men een afscheiding, welke belet, dat zij elkander kunnen slaan of bijten, doch niet verhindert, dat zij elkander goed kunnen zien. Deze methode verdient de voorkeur boven het geheel samenzijn, daar bij gezamenlijk levende veulens, de zwakke individuën door de andere worden geslagen, gebeten en in hun voer te kort gedaan. Het systeem van geheele afzondering der veulens is echter het nadeeligste, wat men volgen kan, daar veulens, welke na het spenen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 427