410 fouten ook zijn mogen en hoe zeer ze ook in het oog mogen springen voor een ieder, die met juiste tactische begrippen de krijgsgeschiedenis onzer koloniën bestudeerd heeft, het toch een onbetwistbare waarheid is, dat men tot voor zeer korten tijd (1) nagenoeg dezelfde fouten zich steeds zag herhalen. Ik wijs slechts op het schuwen van het bedekte terrein en het opzoeken van de open sawahvlaktes, op het weinig verrassende, dat gewoonlijk ons optreden kenmerkt, op het in handen van den vijand laten van domineerende terreinen bezijden den marschweg, op het gemis aan schriftelijke bevelsuitvaardiging tijdens de gevechten enz. Wat bewijst dit alles? Dat zelfs de nadeelige gevolgen te velde ondervonden, niet afdoende spreken tegen hen, die eenmaal verkeerde denkbeelden koesterenen dat in ieder geval de leerrijke fouten te velde begaan, geen vruchten afwerpen voor het gros van het officierskorps. Uit dit alles volgt onmiddellijk, dat indien het noodig is te velde in Indië bij het toepassen van de overal geldende grondregels der tactiek rekening te houden met de gewijzigde omstandigheden, welke het gevolg zijn van het klimaat, de plantengroei, de geaardheid van den vijand enz, dat het dan ook dringend geboden is zuivere begrippen te doen ontstaan, omtrent de wijze, waarop die grondregels moeten worden toegepast. Daarmede behooren onze tactische exercitiereglementen com pagnies-, batterij-, escadronschool enz. en onze gevechtsvoorschriften rekening te houden en daarop dient het opleidingssysteem van den troep gegrond te zijn. Is dat het geval, worden dus voornamelijk de officieren gaandeweg gewoon aan de veranderingen, die het op treden in Indië onafwijsbaar eischt in de toepassing der voor Europa in leercursussen neergeschreven tactiek-regels aan te brengen, dan zal men de zoo herhaaldelijk in onze Indische oorlogen gewraakte fouten niet meer als regel zien begaan; en zal men ook van onze veldtochten kunnen getuigen, dat er niet meer en niet ernstiger fouten bedreven werden dan overal elders. Dan ook zal het niemand meer toeschijnen, zooals het Senda (1) Ons optreden op Lombok en thans op A'jeh, naar vooral de Eli expeditie van 1890 maakt een gunstige uitzondering.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 435