- 412 waren, in casu welk een ontzettend vuur de Turken van uit hun loopgraven, waarin groote patronenvoorraden verzameld waren, op de aanvallers richtten. Tot mijn spijt ben ik er niet in geslaagd, het mij onbekende werkje van Da Costa Porter, waarop zoowel de heer N. als Senda zich beroepen, in handen te krijgen. Ik vraag echter: Waartoe zou Da Costa Porter zijn werkje geschre ven hebben om aan te toouen, op welke wijze de strijd tegenover onbeschaafde volksstammen gevoerd moet worden öf om, evenals Senda, waarschuwend op te treden tegenover een dan wellicht ook in Engeland heerschend wanbegrip omtrent Indische tactiek''''? Waartoe schreef de toenmalige gepensioneerde kapitein W. A. van Rees in 1859 zijn "Handleiding tot de kennis der Velddienst en Vechtwijze van het Nederl.-Oost-Indische leger tegen Inlandsche vijanden", een werkje, dat de schrijver het genoegen had aan dan Hertog v. Saksen-Weimar-Eisenach, oud-commandant van het Indische leger, te mogen aanbieden? In de Inleiding van dit werk treft men onder meer het volgende aan: „Te allen tijde hebben de oorlogen in Nederlandsch-Indië een eigen- „dommelijk karakter gehad en zich vaD de Europeesche in vele op- zichten onderscheiden. De strijd van hoogmoedige Oostersche dwin gelanden, die hunne tallooze ruwe scharen tegen de troepenafdeelingen „eener beschaafde natie aanvoeren, kan slechts weinige punten van over eenkomst hebben met een oorlog in een ander werelddeel, gevoerd „tusschen volken, die op denzelfden trap van beschaving staan", en „Al gelden de algemeene grondregels voor het oorlogvoeren wel „in alle werelddeelen, de toepassing zal echter nu en dan verschil den." Handelingen, die hier groote tactische fouten ge- „noemd zouden worden, moeten daar dikwerf in praktijk gebracht „worden en ziet men gedurig met den besten uitslag bekroond..,. „Eindelijk moet een terrein zoo welig in wasdom, zoo afwisselend in „^orm, zoo woest en ongenaakbaar als men het slechts in Nederl-Indië „•aantreft, eene temperatuur zoo verschillend van de Europeesche, „noodzakelijk eenige wijzigingen in de regels der krijgskunst te- „weeg brengen".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 437