413 Wat bracht er den oud-generaal der Infanterie van het Nederlandsche leger Pompe, iemand die zoowel op algemeen militair wetenschap pelijk als op militair paedagogisch gebied zeker niet de eerste de beste genoemd kan worden, in 1865 toe om de ten gehruike en voor rekening der Koninklijke Militaire Academie gedrukte „Handleiding tot de kennis der krijgskunst voor de cadetten van alle wapenen" van de hand van den luitenant-generaal J. J. van Muiken te verrijken met een „Aanhangsel betreffende de Indische tactiek?'' „Door Indische Tactiek verstaat men" aldus vangt in 1865 de toenmalige kapitein Pompe de Inleiding tot genoemd aanhangsel aan „de toepassing der krijgskunst tegen de nog grootendeels onbe schaafde volkeren der Indische gewesten". In die inleiding leest men verder o. a. „Zoolang de legers in Indië slechts dienen moeten om de veroverde „gewesten onder een geregeld bestuur te brengen, opstanden te onder drukken of de bevolking van nog onafhankelijke gewesten te onder- werpen, tot zoolang zal de officier in Indië kunnen volstaan (1) „met de kennis der Indische Tactieken zal deze zelfs, voor hem, „de hoofdzaak moeten blijven. „De strijd tegen grootendeels onbeschaafde volkeren wpkt, in menig „opzicht, van dien tegen beschaafde natiën af. Blijven de grondre gelen der krijgskunst dezelfde, onverschillig waar en tegen wie zij „in praktijk worden gebracht, hunne toepassing in Indië is echter „zeer verschillend van die in Europa of in elk ander beschaafd „land", en „Ook in de vrijere toepassing der grondregelen van de krijgskunst „bezit deze (de Europeaan) nog een aanmerkelijk voordeel op den „inlander, die, meestal onbekend met het doel der tegen hem uitge voerde manoeuvre, niet in staat is van de daarbij soms begane „misslagen op het juiste oogenblik partij te trekken. Handelingen, „;egenover iederen beschaafden vijand gevaarlijk en noodlottig, kun- „oen, blijkens menige ervaring, zoo zij slechts met beleid worden „uitgevoerd, de schitterendste uitkomsten doen verwerven. De hier- „uit voortvloeiende grootere vrijheid, zoowel bij de gevechtsleiding „als in de operatiën, verschaft den Europeeschen aanvoerder dikwijls (1) Men verlieze niet uit het oog, dat dit 30 jaar geleden neergesohreven werd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 438