414 „de grootste voordeelen bij bet plaatsen en aanwenden zijner strijd krachten". Voegt men hier nu aan toe, dat ook in andere koloniale legers niet zoo voetstoots de in Europa geldende tactische regelen toege past worden, dan blijft er werkelijk wel eenige reden over om ook in Ned.-Indië de tactische exercitie en gevechtsreglementen aan de aldaar bestaande toestanden te toetsen en ons optreden te velde, en in verband daarmede ook het opleidingssysteem van den troep, meer met die toestanden in overeenstemming te brengen. In Engelsch-Indië bezigde men tot voor korten tijd (1) de Engelsche reglementen. Dit zou dus getuigen tegen het door mij ter neder, geschrevene. Men vergete echter niet, dat die reglementen geen gelijken tred hebben gehouden met de in het overig Europa geldende tactische denkbeelden; de in Europa nagenoeg niet meer in het gevecht toe te passen gesloten formaties, welke voor Indische toe standen echter geboden zijn, nemen daarin een zeer voorname plaats in. Bovendien bezit de Engelschman een groot aanpassingsvermo gen; veranderde toestanden doen hem uit zichzelf tal van wijzigingen aanbrengen. Eindelijk ziet men daar voor bepaalde gevallen meer malen afzonderlijke voorschriften uitvaardigen, welke ampliaties en wijzigingen op de bestaande reglementen vormen. Dat ook de Franschen zich bij hunne koloniale oorlogen van spe ciale voorschriften bedienen, wil ik door een enkel voorbeeld aantoonen. Ik verwijs daartoe naar de brochure (2) van den Franschen luite nant-kolonel der Marine-infanterie Gallieni „Uoe colonne dans le Soudan Franciis", waarvan in het Ind.-Militair Tijdschrift van 1890 een vertaling werd opgenomen. De lezer zal daarin zien, dat de opperbevelhebber in tal van orders detail-voorschriften gaf, zoo voor de verpleging, als voor de tactische maatregelen bij marschen, kam pen en gevechten te nemen. In order No. 17 wordt bijv. onder meer voorgeschreven: „De verspreide orde kan niet gebezigd worden in deze streken, (1) Ik heb hier het oog op de reglementen genoemd in het „Yerslag eener zen ding naar Opper Burma" door J. F. Breyer. Ind. Mil. Tijdschrift 1888. Het is mjj niet bekend of de nieuwe regiementon Infantery Drill 1892. Cavalry Drill 1896 en Mountain Artillery Drill 1892 ook thans in Indië gebezigd worden. (2) Aanvankelijk verschenen in het Journal des Sciences Militaires van 1887.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 439