418
dreigend gevaar, kan in Indië niet tot de kleinste afdeelingen door
gevoerd worden.
Elke patrouille dient daar een zekere gevechtskracht te hebben
om haar voor een te wreedaardig lot te behoeden. Zoo zou ik den spits,
die volgens onze krijgsgeschiedenis meermalen onverwachts op een
vijandelijke versterking stuitte, en in een dergelijk geval genoodzaakt
kan zijn om stand te houden of zelfs eigener initiatief voorwaarts te
dringen, de sterkte van een groep [liefst onder een officier] willen
geven. Dit beginsel ziet men trouwens ook reeds in de Duitsche
Pelddienstordnung neergelegd.
Hoevele onzer officieren hebben juiste tactische begrippen omtrent
de wijze, waarop een konvooi gedekt moet worden, iets wat tegenover
den inlandschen vijand en in het Indische terrein een geheel andere
beteekenis heeft dan in Europa, zelfs al houdt men rekening met den
strijd tegen partijgangers?
Hoe gevaarlijk zijn in Indië de in Europa herhaaldelijk toegepaste
openlijke verkenningen! Breekt men een openlijke verkenning tegen
over den inlandschen vijand af, zoo kan men als vaststaande waar
heid aannemen, dat deze ons geslagen acht. Dit doet zijn moreel
stijgen en vermeerdert in dezelfde mate het aantal strijders, dat wij
later tegenover ons zien.
Een openlijke verkenning behoort tegenover den inlandschen vijand
dan ook als regel onmiddellijk door de dispositiën tot het gevecht
gevolgd te worden.
Ook andere tactische vormen worden in onze Indische toestanden
vereischt.
Een bataljons-carré met groote binnenruimte, de colonne op één gelid
en het uit die colonne naar beide zijden front maken behooren in de
Indische infanterie exercitie-reglementen voor te komen, terwijl vele
onnoodige bewegingen zouden kunnen vervallen. Ook voor de cava
lerie- en artillerie-reglementen zijn dergelijke opmerkingen te maken.
De waarde van nachtelijke operatiën acht ik in Indië haast nog
grooter dan in Europa, al zijn dan ook de redenen die er toe leiden
hier geheel andere dan daar.
De volslagen duisternis na maansondergang en het gemis van
schemering zijn van invloed op de wijze van uitvoering.