425 Men kan het geheel verdoelen in het reculeerend en het niet-recu- leerend gedeelte. De loop met het verdere mechanisme is het reculeerend, de kulas met mantel het niet-reculeerend deel. De kulas is een rechthoekige bak (a); aan den voorkant is een mantel geschroefd waarin een geweerloop (c) voor—en achterwaarts kan bewegen. Daar het water in den mantel spoedig kokend heet is, moet er een afvoeropening voor aan in den mantel zijn, zoodanig dat de stoom kan afgevoerd worden; en om nu te voorkomen, dat bij gedompten vuurmond ook water zou wegloopen, is er een buis met twee openingen in den mantel aangebracht; over deze buis schuift een losse tweede buis, die steeds een der openingen afsluit, de achterste bij gevluchten, de voorste bij gedompten stand. De loop is op het raam geschroefd, dat zich in den kulas kan bewegen en wel voor- en achteruit, daarbij geleid wordende door twee nokkeD, die zich in de platte zijwangen van de kast bewegen. Achter in het raam is een kruk, waarvan de assen door gaten van de zij wangen van het raam en de kast gaan; terwijl zich op het rechterkrukaseinde een zwengel bevindt, die aan de binnenzijde een lip heeft en met het raam heen en weer kan bewegen. Op het moment van afvuren is de kruk geheel vooruit en ligt de krukpen iets boven de as. De kruk zou bij een achterwaartschen druk op de pen slechts tegen de zon kunnen draaien, doch dit is niet moge lijk, daar de kruk met haar bovenkant rust op een veer. De lip van den zwengel staat verticaal en is slechts weinig van een stuitklamp verwijderd. Tengevolge van het recul schuift de loop met raam naar achteren, (het projectiel verlaat den loop), de lip slaat tegen de stuitklamp en moet vooroverdraaien; kruk en zwengel moeten deze beweging volgen en draaien dus, terwijl zij achteruitgaan met de zon en wel 1/2 slag, daar dan de zwengel op een veer aanslaat, die hem belet door te draaien en hem in tegengestelde richting terugveert. De linkerkrukas zit met een eindje velocipede-ketting aan een sterke spiraalveer, alles besloten in een koperen doos, die van voren is bevestigd. Draait nu die krukas, dan wordt de veer gespannen en zal deze trachten het raam weder vooruit te bewegen en de bewe ging der krukas omtekeeren. Door de werking der genoemde veeren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 452