426
(spiraalveer en veer, waarop de zwengel aanslaat) zal het raam na te
hebben gereculeerd weder vooruitgaan en zal de kruk na een 1/2 slag
te zijn gedraaid, weder evenveel terugdraaien; door deze krukbe-
weging ontstaat de werking der laad-en ontstekingstoestellen.
Zooals reeds gezegd is, bevinden zich de patronen in een gordel,
of houder bestaande uit reepen zeildoek door messing-plaatjes tegen
elkaar verbonden, zoodat tusschen iedere twee plaatjes genoeg ruimte
is voor een patroon; om de vier zijn die koperen plaatjes langer, voor
betere geleiding van den band. Iedere band bevat 150 400 patronen
en 4 aan elkander verbonden banden van 1600 patronen liggen
in een patroondoos (e).
De patroon gordel wordt in een opening van den kulas geschoven
en door een afzonderlijke inrichting (d) bij elk schot een weinig naar
links geschoven, zoodat telkens een patroon verticaal boven den loop
komt te liggen. De juiste ligging der patronen, zoodra zij uit den gordel
zijn, wordt verzekerd door twee geleide-ribben, waartusschen zij moeten
schuiven. Boven de opening voor de patronen is een slede, die in
sponningen naar rechts en links kan schuiven. Een nok aan de boven
kant der slede grijpt in een ovaal gat van den bovenarm der kruk, terwijl
de onderarm, doordat de loop voor- en achteruitgaat, heen- en weer
wordt bewogen en de slede die beweging doet volgeD. Aan de onder
kant van de slede is een veerende pal, die naar rechts bewegende over
een patroon heen glijdt en naar links gaande deze patroon een weinig
naar links duwt; een tweede pal belet het terugschuiven van den gordel,
wanneer de rechter pal naar rechts beweegt.
De patronen komen als volgt uit de gordels in de machine.
De pin van de kruk is verbonden aan een drijfstang, het vooreinde
is gevorkt en door een bout draaibaar verbonden aan het slot, dat met
2 ribben schuiven kan in sponningen van het raam Gaat het raam
achteruit, dan moet ook het slot achterwaarts, doch dat mag niet,
voor dat het projectiel den loop heeft verlaten.
Het slot is voorzien van een patroonplaat, die daaraan verschuif
baar is bevestigd, de patronen nu komen met hunne bodems tegen
die plaat en de randen pakken achter sponningen, waarin ze juist
passen.
De bovenste patroon wordt bovendien gesteund door een veerend