NOG EENS SAMENSMELTING DER OFFICIERS-KADERS.
Door den schrijver der brochure „Samensmelting der of'ficierskaders.
Verbetering door bezuinigingis in de 9de/10de aflevering van de
Militaire Spectator een wederlegging geplaatst der bedenkingen, welke
door mij in de 3de aflevering van het Indisch-Militair Tijdschrift
van dit jaar tegen genoemde brochure gemaakt werden.
Het komt mij voor datna hetgeen reeds door anderen voor en
tegen de brochure werd aangevoerd en na de latere artikelen van
den schrijver] in het algemeen Handelsblad de vraag of het wen-
schelijk is de officierskaders der beide legers te vereenigen, voldoende
bekeken is om ieder officier, die belang in de zaak stelt, in de gele
genheid te stellen de daaraan verbonden voor- en nadeelen tegen
over elkander in beschouwing te nemen.
Een nadere beschouwing mijnerzijds acht ik dan ook in het belang
der zaak niet noodig.
Wil het mij, in stijd met de meening van den schrijver der bro
chure en van de Redactie van de Militaire Spectator, nu reeds voor
komen, dat in het laatste artikel hier en daar niet geheel en al het
zakelijke der quaestie in het oog is gehouden en dat de schrijver
neiging betoont om persoonlijk te worden, ik voorzeker zou die klip
bij een beantwoording niet kunnen omzeilen. Zou ik toch aan de
eene kant wellicht eenige onjuistheden moeten erkennen, aan de
andere zijde zou ik er op moeten wijzen, hoe op vele plaatsen mijne
bedoeling verkeerd gelezen of begrepen werd en hoe door gedeelte
lijke aanhaling somwijlen het door mij ter neder geschrevene niet
in het juiste verband is geplaatst. Een dergelijk opstel zou alle
zaakkundige waarde missen.
Slechts bij twee zaken wil ik een oogenblik stilstaan.
In de eerste plaats zal het misschien de bevreemding van meerderen
opwekken, hoe de schrijver, die de hoop koestert, dat meerdere