28 Minister de belangen der aanvulling van het Indische leger toe te vertrouwen". (1) Door de koloniale werving geheel te brengen onder het beheer van het Ministerie van Koloniën worden de belangen der aanvulling van het Indische leger daarom nog niet volkomen gediend. Immers een, soms niet onaanzienlijk, gedeelte dier aanvulling wordt verkregen door overgang van vrijwilligers van het leger in Nederland. Ofschoon art. 1 van het bij Koninklijk besluit van 15 December 1881, N°. 50 vastgesteld „Voorschrift op de werving" luidt: Alle autoriteiten bij de Landmacht zijn gehouden, de werving van vrijwilligers voor de koloniale troepen zoo veel mogelijk (e bevorderen, enz.", durfde kapitein de Wijs uit de statistiek der werving tusschen 1868 en 1881 betreffende die vrijwilligers, in 1885 deze gevolgtrekkingen maken; „Oppervlakkig geoordeeld, moet die opgelegde verplichting, die toewij ding van zoovelen resultaten hebben, tenzijhet voorschrift een doode letter is en niet wordt nageleefd". Met dankbaarheid erkende die kapitein, „dat, althans op het papier, geene moeite gespaard is om een voldoend aantal vrijwilligers voor de Koloniën te verkrijgen en daarom verwondert men zich des te meer over de onvoldoende resul taten, en over het feit, dat jaar in, jaar uit, niettegenstaande alle krachten worden ingespannen, het gevorderd aantal suppletietroepen niet voltallig wordt", Door wie worden die krachten ingespannen Volgens de Wijs niet door alle militaire autoriteiten in Nederland. „Ach", roept hij uit, „wanneer maar een ieder eenmaal per jaar van die hem toegekende bevoegdheid gebruik maakte, dan had men de vereischte suppletie ruim bij elkaar"! de Wijs beweert, met die statistiek voor oogen, „dat het voor een groot deel in de macht is van de autori teiten van het Nederlandsche leger om het overgaan bij het Indische leger aan te moedigen of tegen te werken." Hij beweert niet, „dat het overgaan bij het Indische leger direct zal verboden worden" ofschoon „uit een" hem „bekend feit" moet worden opgemaakt, dat „van de zijde der hoogste militaire autoriteit de overgang bij het Indische leger somwijlen verboden wordt"„maar tusschen een be paald verbod en eene aanmoediging tot overgang bij het Indische (1) De aanvulling van het Indische leger en de gevolgen van onvoldoende aanvul- ling, Ille verslag, Vereeoiging ter beoefening van de krijgswetenschap, 1884—1885.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 45