BOEKBESCHOUWING, De laatste Radja van Lombok, oorspronkelijk treurspel in vijf bedrijven, door RadiiBatavia G. Kolff en Co 1896. Het was waarschijnlijk niet met onverdeeld genoegen, dat de Redactie een exemplaar van het bovengenoemde treurspel ontving en even ver deeld vereerend was voor ons het verzoek der Redactie, om daarvan eene beoordeeling te geven. Niet met onverdeeld genoegen, zeggen wij, omdat wij vermeenen, dat in hoofdzaak de beleefdheid eischt, het werk met eenige woorden te bespreken. Hoewel het stuk zich gemakkelijk laat lezen, wijst de sterk geïdeali seerde inhoud er reeds op, dat eene bespreking daarvan in een militair blad eigenlijk niet thuis behoort. Ook zal de schrijver door den aanhef van zijn „woord vooraf", hoe wel mogelijk onbewust, bij velen den indruk achterlaten, dat hij getracht heeft zooveel mogelijk de feiten in hun juiste licht te plaatsen. En mocht dit, wat wij betwijfelen en wat voor zijn werk ook in geenen deele noo- dig voorkomt, inderdaad de bedoeling zijn geweest, dan is hij bij de uitwerking der details niet gelukkig geweest. Ongetwijfeld heeft het stuk eenige goede momenten. Boasie, Prins K' toet en de sluwe Dji- lantik zijn duidelijk geteekend, en waar de eerste sprekende wordt inge voerd, komt de dramatische gave van den schrijver ons verdienstelijk voor. Doch dit tooneelspel bevat ook gedeelten, die ons verre van aangenaam waren, en die de opvoering er van naar onze meening in den weg staan. Dit bezwaar geldt in de eerste plaats, hoewel in de minste mate, het 3e bedrijf; dit soldatentooneeltje schijnt ons, al moge het ook juist geteekend zijn, minder op zijn plaats in een treurspel. Het „Leve die tante, geef haar het ridder" en de „worstperiode" behooren meer thuis in „Soldaten humoresken", dan in een treurspel in de oude vijfvoetige jambische versmaat. Grooter echter zijn onze bezwaren tegen de beschouwingen, welke de schrijver de Lomboksche vorstenfamilie doet houden over onze geldzucht^ over onze bivakkeuze en over ons gebrekkig partijtrekken van de lessen der krijgsgeschiedenis, speciaal in zake de Balische oorlogen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 462