VERLEEND. Twee jaren verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den len It. A. H. J. W. Schuak; Een jaar verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den kap. J. G. Gerritsen; Zes md. verlenging van verlof naar Nederland, aan den kap. J. H. A. P. overman en aan den len It. H. J. W. G. Aussems; nader zes md. verlenging van verlof naar Nederland, aan den lt. kol. P. L. A. Collard, aan den kap. H. W. Houbolt en aan den len It. J. van der Scheer. Artillerie. Nader zes md. verlenging van verlof naar Nederland, aan den kap. J. W. Hissink. Genie. Nader zes md. verlenging van verlof naar Nederland, aan den kap. J. W. C. van Steeden. Geneeskundige dienst. Zes md. verlenging van verlof naar Nederland, aan den off. v. gez. Ie kl. Dr. A. J. Olivier; nader zes md. verlenging van verlof naar Nederland, aan de off. v. gez. Ie kl. G. W. A. Beijfuss en J. C. Huijsman. ONTSLAGEN. Infanterie. Op verzoek, eervol, wegens volbrachten diensttijd en met behoud van recht op pensioen, de lt. kol. Jhr. E. H. F. Leijssius en de kaps. J. H. C. G. Angenent, R. Paehlig en F. Nauta; op verzoek, eervol, wegens volbrachten diensttijd met ingang van 2 October a. s. en met behoud van recht op pensioen, de lt. kol. F. C. A. J. Schnelle en de maj. G. J. van Iloogenhuijze wegens ongeschiktheid voor alle milit. diensten en met behoud van recht op pensioen, de kap. H. Willink Ketjen; ter zake van ziels ziekte en met behoud van recht op pensioen, de le lt. P. F. L. van Deutekom; eervol als milit. commandant van Riouw, de maj. 0. T. von Geusau. Cavalerie. Op verzoek, eervol, wegens volbrachten diensttijd, met ingang van 2 October a. s. en met behoud van recht op pensioen, de ritm. A. Waalewijn. Militaire Administratie. Op verzoek, eervol, wegens volbrachten diensttijd en met behoud van recht op pensioen, de maj. int, M. P. J. G. Brouwer. Geneeskundige dienst. Op verzoek, eervol, wegens volbrachten diensttijd en met behoud van recht op pensioen, de kolonel chef over den geneesk. dienst J. de Koningh.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 486