MUTATIËN BIJ HET OFFICIERSRORPS VAN HET NED.- INDISCH LEGER GEDURENDE DE MAAND OCTOBER 1896. Benoemd. Tot milit. commandant van Atjeh en O., en belast met oe waarne ming der betrekking van Gouverneur van dat gewest, de kol. C. P. J. van Vliet; tot commandant der 2e mil. afd. op Java, de generaal majoor J. W. Stemfoort; tot adjudant van den gouverneur generaal, de le It. J. P. Weitzel; tot adjudant van den civiel en milit. gouverneur van Atjeh en O., de le It. C. J. van Kakum. Infanterie. Tot adjudant bij het 7e bat., de le It. A. K. P. Swart; tot adjudant bij het 2 reserve bat., de le It. J. P. W. Segov. Bevorderd. Tot kol., de lt kol. C. P. J. van Vliet; tot le lt de 2 It. T. H. Wefers Bettink. Cavalerie. Tot ritm. de 1 lt. C. W. F. Happé. Artillerie. Tot maj. de kapt. F. C. Granpré Moliere, J. L. Swart en J. J. Temminck. Geneeskundige dienst. Tot off. v. gez. lekl.de off. v. gez. 2e kl. J. Schijfsma en J. J.Koumans. GEPLAATST. Infanterie. Bij het le bat. te Banjoe Biroe, de kap. J. D. H. Janssen; bij het 6e bat., de kap. P. A. H. van der Haas bij het le rekr. bat., de le It. J. G. T. Berlenot Moens; bij het 2e reserve bat., de maj. A. Picard bij het gam. bat. van de Westerafd. v. Borneo, detachement te Sintang, de kap. C. J. van Griethuijsen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 488