44 Klasse VI. Buskruitsoorten afgeleid van picrinezuur of picrinezure zouten. De springmiddelen van deze klasse worden uitsluitend gevormd van picrinezuur of van picraten en vormen een belangrijk onderdeel van de genitreerde samenstellingen, waarvan boven reeds een gedeelte is behandeld. Het picrinezuur of trinitrocellulose is eene genitreerde samenstellings verkregen door substitutie van de waterstof. Het kan worden bereid door de inwerking van salpeterzuur op een groot aantal stoffen, zooals indigo, zijde, hars; maar in de industrie vervaardigt men het voor namelijk door de inwerking van salpeterzuur op phenol. De formule, waarin deze inwerking kan worden weergegeven, is zeer eenvoudig: C6 H6 O 3 H N03 C6 H2 (N02)3 OH 3H, O. Uit de formule ziet men, dat het picrinezuur 1 atoom zure wa terstof bevat; dit atoom kan door een metaal worden vervangen, zoodat een zout (picraat) ontstaat; bijv. het kaliumpicraat door ver vanging van de waterstof door kalium (C6 H2 (N02)3 O K). Het picrinezuur is eene kristallyne zelfstandigheid van eene hel gele kleur en heeft, zooals de naam aangeeft, een bitteren smaak. Het brandt met eene sterk rookgevende vlam. In eene waterachtige oplossing kan men de aanwezigheid er van aantoonen, door bijvoeging van cyaankalium en am moniakcyanide, waardoor de vloeistof rood ge kleurd wordt. (1) Picrinezuur vrordt veel gebruikt als kleurstof of als grondstof voor de vervaardiging van kleurstoffen. Gewoonlijk beschouwt men het niet als een springmiddelbij het gewone gebruik gedraagt het zich dan ook niet als zoodanigwel echter in sommige speciale omstandigheden, die men gemakkelijk in het leven kan roepen en dan ontwikkelt het zelfs zeer krachtige ontplofbare eigenschappen. In de open lucht kan eene groote hoeveelheid er van verbranden, zonder dat het ont ij De dampen, afgegeven bij verbranding van picrinezuur, zijn bitter eu veroor zaken een eigenaardigen smaak van bitterheid in de keel; dit is een goed herken ningsmiddel, zelfs bij aanwezigheid van geringe hoeveelheden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 61