124
afwisseling te krijgen, de onmogelijkste combinatiën in het leven roept.
De overtuiging, dat het bij het eigenlijke vuur heel anders zal gaan,
werkt allerminst mede om de belangstelling te verhoogen. In den
regel is het minder de fout van den on derwijzer, dat hij de schoten te
onwaarschijnlijk, maar veel meer, dat hij ze te fraai, we zouden haast
zeggen te ivaarschijnlijk laat vallen. Volgt men trouw de regels op,
dan gaat het gewoonlijk vau een leien dakje en krijgt men prachtige
uitkomsten begaat men eens eene onschuldige fout, dan blijft de straf
nooit uit. De oefeningen krijgen dientengevolge een schoolsch karakter;
vooral wanneer de onderwijzer de zaak behandeldt, als een van buiten
geleerd lesje.
Om dit bezwaar op te heffen, heeft men verschillende schietspelen
uitgedacht, waarbij men het voor of achter vallen der schoten, de afwij
kingen naar links en rechts, enz. niet meer van den luim vau den
onderwijzer laat afhangen, maar deze bepaalt door het trekken van een
balletje uit een zak of op eenige andere wijze, en wel in dier voege,
dat eene min of meer volledige overeenstemming met de werkelijkheid
wordt verkregen. De onderwijzer heeft hierbij geen den minsten invloed
op het verloop van het vuur; onmogelijke veronderstellingen zijn
buitengesloten en alles komt meer overeen met het vuur op het terrein.
Dit zijn groote voordeelenzij doen de oefeningen in levendigheid en
waarde winnen, en versterken het vertrouwen in den onderwijzer, die
nu in alle gevallen, die mogelijk zjjn, weten moet hoe er gehandeld
dient te worden Het feit echter, dat er telkens nieuwe spelen vau
dien aard worden uitgedacht, bewijst, dat in dezen het volmaakte nog
niet bereikt is. Het nieuwste instrument, tot dusverre op dit gebied
in gebruik, is wel dat van den Oosten rij kschen kapitein Dolleczek,
verbeterd door den len luitenant van Haeften, welk toestel in Nederland
bij verschillende artilleriekorpsen ingevoerd is, terwijl er ook in Indië
een tweetal zijn aangemaakt.
Theoretisch valt er op dit toestel weinig aan te merken, althans wat
het granaatvuur betreft, en het ligt dan ook geenszins in onze bedoeling
er eene afbrekende critiek over te schrijven.
Toch komt het ons voor, dat de le luitenant der artillerie J. C.
M. Pompe, die van het instrument in de Maart-aflevering van den
Militairen Spectator, jaargang 1895, eene beschrijving heeft gegeven