IETS OVER DE NIEUWE UNIFORM.
Bij de samenstelling der nieuwe uniform van het Nederlandsch-
Indische leger is er naar gestreefd de uniform der officieren zooveel
mogelijk in overeenstemming te brengen met die der mindere militairen
van hetzelfde wapen of dienstvak.
Die overeenstemming laat echter hier en daar nog te wenschen over.
Ingevolge het bepaalde bij de A. O. n°. 27 van 1894, dragen de
officieren der cavalerie en der militaire administratie knoopen en
andere metaalversieringen hunner uniform, vervaardigd van wit
metaal.
Waarom nu de gegradueerden beneden den graad van adjudant
onderofficier bij het wapen der cavalerie en de sergeant-majoors
kwartiermeester nog steeds chevrons van goud en geel galon dragen,
terwijl hunne helmhoeden voorzien zijn van wit metalen versierselen
en hun wit metalen knoopen worden verstrekt, is niet duidelijk.
Het verdient dan ook alleszins aanbeveling te bepalen, dat hooger-
genoemde militairen in den vervolge chevrons van zilver of wit galon
zullen dragen, evenals is voorgeschreven voor de cavalerie van het
Nederlandsche leger.
Mocht in de toekomst aan voormelde onderofficieren worden ver
gund een pet te dragen, dan zoude ook dat kleedingstuk moeten
worden voorzien van een band van wit zijden galon.
Voorts rijst ook de vraag waarom de schrijvers bij de militaire
administratie de infanterie uniform dragen, terwijl toch de schrijvers
bij de artillerie en genie gekleed zijn in de uniform van hun
wapen.
De omstandigheid, dat enkele voor den velddienst afgekeurde
militairen der infanterie overgaan bij het schrijverspersoneel, kan
toch daartegen geen beletsel zijn, daar de kosten der aan die over
gang verbonden uniformverandering zeer gering zullen zijn.