255
eigen legerplaats aan en dreef ze na een kort gevecht opde vlucht.
De Hova's verloren daarbij 200 dooden, 450 veldtenten, 1 kanon
en 400 geweren, het verlies der Fransch en bedroeg op die beide dagen
aan dooden 1 officier en 3 man, aan gewonden 20 manschappen.
Na het nemen van de hoogten van Heritza trad weder een lange
pauze in. Het gros rukte langzaam vooruit, de étappen weg werd
verbeterd en voorraden levensmiddelen in Suberbieville opgehoopt,
waarbij nu eindelijk de riviervaartuigen hunne diensten begonnen
te verrichten. Daartoe brachten 4 kleine stoomschepen de voor
raden van Majunga tot aan de uitmonding van de Betsiboka in de baai
van Bombetoke, hier werden ze op de rivierflotille overgeladen en
tot Harololo vervoerd, waar de rivier onbevaarbaar werd, en moesten
dan nog 20 K.M. ver over land naar Suberbieville gebracht wor
den. De bootflotille bestond uit 12 kanonneerbooten, een 30tal
platbodem vaartuigen, die ook zeer onpractisch waren en eenige klei
nere vaartuigen. Yoor het vervoer te land werden 7000 koelies,
800 muildieren en talrijke Lefebvre-karren gebezigd.
De gezondheidstoestand der Pransche troepen was zeer bedenkelijk.
De veldhospitalen te Majunga waren overvol, op alle plaatsen van
den etappenweg lagen talrijke zieken, het sanatorium op het eiland
Nossi Comba, aan den noordkust van Madagaskar gelegen en met
een frisch zeeklimaat, kon geen zieken meer bevatten. Behalve dat
waren reeds talrijke lijders op den terugweg naar Frankrijk.
Yooral te Suberbieville lieten de gezondheidsinrichtingen veel te
wenschen over. De plaats zelve is eene slechts uit eenige hutten
bestaande nederzetting, de omstreken zijn zonder eenigen plantengroei
of schaduw. De zieken moesten, grootendeels in tenten gelegen, de
groote zonnehitte over dag en de kille koelte bij nacht verdragen
daarbij kwam gebrek aan geneeskundige hulp en geneesmiddelen,
zoodat bij de voorhoede het sterftecijfer verbazend groot was.
A. P.
(Slot volgt.)