257 systeem wil beoordeelen, moet men er rekening mede houden dat den Rus gemis aan initiatief eigen is, maar dat hij daartegenover bij de vervulling van zijn plicht zonder te klagen een groote mate van kalmen moed ontwikkelt. Zoo ergens dan komen karaktertrekken in den oorlog tot zijn recht, en ieder bevelhebber doet verstandig, daarmede rekening te houden. Om er een denkbeeld van te geven, waarom de inzichten van den generaal Dragomirow in Rusland zooveel gewicht in de schaal leggen, zij omtrent deze karakteristieke persoonlijkheid het volgende mede gedeeld. In den Russisch-Turkschen oorlog was Dragomirow commandant van de 14de divisie, welke voorging bij den overtocht over de Donau. In dien strijd onderscheidde hij zich verder bij de operatiën in de Schipka Pas.. Thans is hij bevelhebber in het Militaire district van Kiew, terwijl hij bij het uitbreken van een oorlog bestemd is om aan het hoofd te staan van de tegenover Oostenrijk optredende troepen, dan wel om de functiën van chef van den staf over het geheele Russische leger te vervullen. In vredestijd heeft de generaal 4 legerkorpsen, 5 cavalerie divisiën, 1 scherpschutters en 1 reserve infanterie brigade onder zijn bevelen. Bovendien is hij de schrijver van verfchillende militaire werken, waaronder wij noemen de in 1885 verschenen „Handleiding voorde voorbereiding der Russische troepen tot den oorlog." Met den heer von Mach gelooven wij te mogen zeggen, dat hoe wel dit aan zijn artikel ten grondslag liggende werk niet nieuw meer is, het nog volstrekt niet te onpas komt er de aandacht op te vestigen, omdat men er ook bij ous tot nog toe weinig gewag van heett gemaakt. Trouwens de daarin vervatte beschouwingen hebben, zooals blijken zal, hun waarde geenszins verloren. Het opleidingssysteem van Dragomirow berust op dat van den grooten Suwarow. „Suwarow" zegt hij „onderwees zijn troepen op zoodanige „wijze, dat hun op den dag van den slag niets nieuws kon overkomen „en dat zij in de werkelijkheid met ontbloote wapens den aanval op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 282