BOEKBESCHOUWING. Over de opleiding tot het schijfschieten en het vuren in het gevecht door H. Yerploegb, majoor der infanterie. Jao. van der Meer, Deventer 1896. Volgens het oordeel van dezen schrijver is in de Nederlandsche tijd schriften nog niet genoeg gezegd over het door hem gekozen onderwerp en die leemte poogt hij nu aan te vullen door eene 36 bladzijden beslaande verhandeling, hoofdzakelijk samengesteld volgens werken van Von Lichten- stern en Eohne. Daar hij eigenlijk alleen het schieten op het oefeningsterrein bespreekt, zou het beter zijn geweest, het woord „gevechtsschieten" in den titel op te nemen, in stede van de uitdrukking „het vuren in het gevecht". Ook zijn de titels der beide hoofdstukken van het werkje minder gelukkig gekozen en vermeldt hij wel eens iets overbodigs, zooals op bl. 20, waar hij zegt, dat de ondervinding leert, dat het aantal treffers in elke figuur altijd grooter is dan het aantal getroffen figuren. Blijkbaar is schrijver een voorstander van eene stramme, stelselmatige en oordeelkundige opleiding, waarbij geen rekening wordt gehouden met de gemiddelde gevechtselevatie, maar veeleer aangenomen, dat er toch altijd nog een aanmerkelijk deel richtende schutters is en dat hun aan tal afhankelijk zal zijn van den gevechtstoestand. Dit is trouwens eene zienswijze, die tegenwoordig door vele autoriteiten gedeeld wordt, o. a. door den majoor L. Brender a Brandis (zie versl. bijeenk. krijgswet, 10 April 1896). Een dusdanige oefeningswijze is gewis een uitmuntend middel om de psychologische gevechtsinvloeden te keer te gaan, maar de door schrijver aanbevolen aanslagoefeningen met standvizier en gesloten oogen schijnen onpractiscb, omdat de vijand geenszins altijd recht voor ons en even hoog of laag staat als wij. Aan meerbedoelde oefeningswijze wordt bij ons leger veel te weinig aandacht geschonken, want bij gevechts- en velddienstoefeningen wordt er bijna niet op gelet en vele officieren, onderofficieren en korporaals missen het juiste inzicht omtrent den tijd, dien men den soldaat naar gelang van de omstandigheden geven moet om goed te richten. Maar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 319