DE FRANSCHE EXPEDITIE NAAR MADAGASCAR. (Slot). IX. Van Suberbieville tot Andriba. Generaal Duchesne verliet den 14d™ April Marseille en debarkeerde na het sanatorium te Nossi Combs (1)' bezichtigd te hebben, den 6en Mei te Majunga. Den 24sten Mei van daar vertrokken, was hij de voorhoede nageijld. Reeds einde Juni moest de generaal de reserve cavalerie, artillerie en genietroepen laten komenzeer spoedig hadden ook de andere troepen en voornamelijk het geneeskundig personeel dringend aanvulling noodig. Tot den lste Augustus waren van Frankrijk ongeveer 1400 man, waaronder 400 man genietroepen en 168 geneesheeren met helpers naar Madagascar op weg, terwijl van hieruit met zieken overladen stoomschepen naar het vaderland terugkeerden; tot medio September waren ongeveer 3500 man op de terugreis. Eerst einde Juli waren de voorbereidingen zoover gevorderd, dat de marsch door het gebergte vastgesteld kon wordenbij Tsarasoatra n.l. wendt de weg zich van den Ikopa af en voert in het gebergte, waar de moeilijkheden voor de approviandeering nog toenemen. Veertig K. M. zuidwaarts van Tsarasoatra voert de weg over de hoogten van Ambohimenakely; langs een voetpad komt men te Andriba en na van daaruit 70 K. M. afgelegd te hebben, moet men den 1450 M. hoogeu berg Ambohimena overschrijden om dan eindelijk, na het bereiken van het plateau van Emyrne, het vruchtbaarste en gezondste gedeelte van het eiland, de grootste bezwaren van den marsch naar Tananarivo overwonnen te hebben. Den 298ten Juli brak het expeditionnaire korps van Suberbieville op, en bereikte eerst den 21stel1 Augustus met gedunde gelederen het slechts 70 K. M. verwijderde Andriba. De buitengewone bezwaren (1) Zie plaat vorige aflevering.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 339