OVER PAARDENSTOETERIJEN, DEKHENGSTEN, FOIOIERRIES EN DE OPVOEDING DER VEULENS. Rien de ce qui a rapport an cheval ne doit être étranger a Vofficier de troupes a cheval. Vallon. De steeds grooter wordende behoefte om in Indië maatregelen te nemen tot verkrijging van een behoorlijk aantal, aan billijke eischen voldoende paarden, bracht er mij toe deze kwestie te bestudeeren. Thans nu het Gouvernement de eerste stappen heeft gedaan tot aanmoediging der paardenfokkerij, door beschikbaarstelling van een zeker aantal dekhengsten, (1) kan het wellicht zijn nut hebben, een en ander omtrent het fokken van paarden mede te deelen. Het spreekt van zelve, dat mijne mededeelingen niet op persoon lijke ondervinding berusten, daar noch in Nederland noch in Indi'e gelegenheid bestaat dienaangaande voldoende ondervinding op te doen, om de eenvoudige reden, dat evenmin in Holland als hier stoeterijen bestaan. Van de verschillende werken, welke ik omtrent deze kwestie heb nagegaan, kwam mij het werk van Vallon het duidelijkste en vrucht baarste voor, zoodat ik dit dan ook grootendeels gevolgd heb. De volledige titel van genoemd werk is Dl. II, 1896. 27 (1) Bovendien heeft de Regeering het gouv. besluit van 6 November jl. no. i uit* gevaardigd, waarbjj eene oouimiasie wordt benoemd voor de nadere behandeling van het plan tot oprichting eener half wilde stoeterij op een der eilanden in het Z. O. van den Archipel, alsmede voor het zoeken op die eilanden van een geschikt terrein of geschikte terreinen voor die stoeterij, terwijl de Directeur van Binnenlandsch Bestuur gemachtigd wordt prijsvragen uit te schrijven voor eene handleiding voor inlandsche paardenfokkers en paardenbezitters en voor eene handleiding voor inlandsche veefokkers en veebezitters en voor elk dezer een prgs uit te loven van f 1000. Redactie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 396