"V R I De soldaat-tender. Met deze uitdrukking wordt een soldaat bedoeld, die, in het terrein, vooral met betrekking tot het medevoeren van levens middelen, voor den onbereden infanterie officier moet zijn, wat de tender voor de locomotief is. De commandant van het 12® Fransche legerkorps vergunt ieder der onder zijne bevelen staande en te voet gaande officieren een man van zijne compagnie te kiezen, in wiens ransel hij zijne levensmiddelen en eenige andere voorwerpen opbergt, waartoe deze soldaat vrijgesteld wordt van het dragen van tot gemeenschappelijk gebruik der compagnie mede te voeren uitrustingstukken. Deze soldaat behoeft niet de eigenlijke oppasser van den officier te zijn, daar hij dezen slechts op marsch en in het gevecht diensten te bewijzen heeft, maar hij moet krachtig en handig en zijn officier genegen zijn, en dezen als zijn schaduw volgen. Deze nieuwe bepaling berust op de volgende gronden. Het overwicht van den marine-officier op zijne matrozen spruit voort uit zijne kennis van het bestuur van het schip; de officieren der artil lerie en die der genie zijn bereden, en hunne ondergeschikten zien tegen hunne uitgebreide werkkring op; die der cavalerie, omgeven door het aureool des stalmeesters, berijden de beste paarden van het eskadron alleen de infanterie officier loopt als de minste soldaat door de modder. Om hem lichamelijk overwicht te geven en zijn aanzien te verhoogen is er maar één uitweg: er mag hem geen last worden opgelegd, hij mag niets dan zijne wapens te dragen hebben. Het middel daartoe is de soldaat-tender, die bovendien in het gevecht een nog gewichtiger rol speelt dan in vredestijd. "Wordt de officier ge wond, dan blijft de tender bij hem, legt hem het eerste verband aan, geeft hem aan de ziekendragers over en voegt zich dan bij zijne com pagnie. Ally. Mil. Zeitung. Leeftijdsgrenzen. Nu men ook in Indië de noodzakelijkheid begint in te zien van het vaststellen van leeftijdsgrenzen, waarbij de officieren voor ontslag in aan-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 464