98 a. De Selimoenrivier (r.) ontspringt waarschijnlijk op de zuidelijke hellingen van den Goudberg, stroomt in westelijke richting te midden van kleine kampongs en van sawah's door de golvende vallei van Selimoen en siort zich bij de kampong van dien naam in de Atjeh- rivier. Zij is aldaar 20 M. breed, 2^ voet diep, heeft zeer helder drinkwater en steile, tusschen 5 en 15 M. in hoogte afwisselende oevers. Haar bodem is hard en met kiezel bedekt (1) b. De Kroeëng Kemiroe (1.) ontstaat op de noordoostelijke hel lingen van den Goenong Mentelah, stoomt over eene groote uitge strektheid in evenwijdige richting met de Atjehrivier en, daarvan door een kaal heuvelland gescheiden, aan den voet van genoemd gebergte voort, om daarna zich noordwaarts wendende en tusschen kale heuvels loopende, tegenover Ajer Alang in de Atjehrivier te vallen Zij is gemiddeld 15 M. breed, M. diep en door 3 M. hooge en steile oevers ingesloten. De stroomsnelheid is zeer gering. c. De Kroeëng Djerir (1.) ontspringt waarschijnlijk tusschen het Selawa Agam en het Meutelahgebergte en stroomt in noordelijke richting door kaal heuvelland. Ter hoogte van kampong Datar Sete- goei wordt het vlakke terrein, waardoor zij vloeit, breeder en ont vangt zij als linker zijrivier de Kroeëng Karang (2). Zij is gemid deld 15 M. breed, M. diep en heeft steile oevers en een vasten, kiezelachtigen bodem. Haar water is helder en goed drinkbaar. d. De Kroeëng Daroe (1.) ontspringt uit het rotsachtig gebergte bij Mesigit Daroe, alwaar het terrein tamelijk hoog en droog is. Ylak bij haren oorsprong was, twintig jaren geleden, eene ruime en gemetselde badplaats. Zij gaat verder in noordelijke richting naar Ketapang Doewa, alwaar zij ongeveer 5 M. breed en 2 voet diep ie. Hare 2 M. hooge en steile oevers worden ter laatstgenoemder plaatse door de spoorbrug verbonden, die tevens voor het gebruik door de Infanterie, Cavalerie en Artillerie geschikt is gemaakt. De andere bruggen over deze rivier (bijna alle geschikt voor de drie wapeus)zijn (1). Zie de duidelijke .Schetskaart van het bovenstroomgebied der Atjehrivier en van het terrein tuBschen Lampanas en Selimoen", schaal 1:100000, behoorende bij het werkje van W. Cool en G. B. Hooper: .Eene schoone bladzyde uit Atjeh's gesohie- denis", 's Hage, Njjhofï 1889. (2) Of Langkarong.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 104