98 richting door de Belang Tamak en tusschen de kampongs Gani en Lamgaroet naar het blokhuis Lingkar te gaan, waar zij binnen onze geconcentreerde stelling komt om, nagenoeg evenwijdig met de Atjeh- rivier, tusschen de kampongs Gelah en Miroek en van hier in noordwestelijke richting naar den Pedirdijk te stroomen. Vroeger meende men, dat zij ten oosten van den Pedirdijk in noordelijke richting omboog en naar de moerassen bij het voormalige Lamprit liep; dit is echter niet juist: de Kroeëng Lingkar loopt, na den Pedirdijk te hebben ontmoet, oostelijk van dezen dijk in noordelijke richting, totdat zij zich in de Aroesan Kroeëng Tjoet stort; wel staat zij ter eerstgenoemder plaatse in verbinding met de Kroeëng BëroeJc het zuidelijk gedeelte van de Kroeëng Titih Pandjang. Over de Kroeëng Lingkar vindt men de navolgende, voor de drie wapens geschikte of zeer spoedig geschikt te maken bruggen (gemid delde breedte en diepte der rivier 2 en M). a. in den weg van Senelop naar Kroeëng Gloempang (bij Toei Selimbing); b in den patrouilleweg van Siroen naar Mesigit Gani; c. in den patrouilleweg van Lampermei naar Kroeëng Gloempang d. in den spoorweg van Lampermei naar Tjot Iri bij het blok huis Lingkar, alleen ingericht voor tramgebruik; e. tusschen het blokhuis Lingkar en den patrouilleweg, die de wegen verbindt van Kota Alam naar Roempit en Kota Alam naar Lampermei, 3 bruggen; f. in laatstbedoelden patrouilleweg; g. in den weg van Kota Alam naar Roempit; h. in den patrouilleweg, die den ad g bedoelden weg verbindt met den weg van Kota-Radja (Panteh Peiraq) naar Pakan Kroeëng Tjoet; en i. in den daarnaast gelegen spoorweg van Kota-Radja naar Pakan Kroeëng Tjoet, De overige rivieren binnen onze geconcentreerde stelling zijn: 3. De Kroeëng Tjoetkomt uit het gelagah- en alang-alang-veld ten zuiden van den weg van Oleh Karang naar Tjot Iri, loopt ten westen van de kampongs Lamoedjoeng, Lamgapang en Lëhong Ije in noordelijke en daarna in westelijke richting, om daarna, allengs

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 109