102 is zij 20 M. breed en 1 k M. diep. Zij bevat goed drinkwater. 12. De Ajer Manis is een bergstroompje, dat steeds doorwaad baar is, vele keisteenen bevat en uitmuntend drinkwater heeft. 13. De Lampanasrivierals boven ad 12. Lagunes treft men op verschillende punten aan. De voornaamste vindt men bij de Koewala Loeë, niet ver van Lamnga, bij de Koe- wala Gigiëng en, ten oosten van de Atjehrivier blijvende, tusschen Kota Pohama en Kandang Radja Bedil. De lagune bezuiden en bewesten Kota Pohama staat met die benoorden Kota Moesapi, Kan dang Radja Peiraq en Kandang Radja Bedil in verbinding door de Kroeëng Lëhën. Ten westen van de Atjehrivier vindt men eene groote lagune bij Oleh-leh en Sinangri. De oostelijke uitgang dezer lagune heet Koewala Tj any koelde westelijke Koewala Pantjoer of Koe wala Necljid. De lagune ten zuiden van Oleh-leh is op den weg naar Kota Radja en naar Lamtih en Lamdjamoe overbrugd voor de drie wa pens en voor den spoorweg. "Vóór onze komst in Atjeh bestonden, behalve de talrijke voetpaden, die de verschillende kampongs verbonden, de navolgende wegen: 1. Yan de Koewala Gigiëng door de Belang Pandjang over Kadjoe en Tjadeh naar Pakan Kroeëng Tjoet. Deze weg was in den drogen moesson voor alle wapens bruikbaar en had eene breedte voor eene marschcolonne met verdubbelde rotteD. 2. De Pedirdijk, in den drogen moesson bruikbaar voor alle wapens met eene breedte voor eene marschcolonne met verdubbelde rotten. 3 De zoogenaamde SultanswegVoor ongeveer 200 jaren ge leden trachtte de regeerende vorst het water van de Langkarong (1) en misschien ook van de Djerirrivier af te leiden en door een kanaal naar den Kraton te voeren. Toen het kanaal tot Lambaroe voltooid was, stierf die vorst en twisten tusschen de hoofden verhinderden het oorspronkelijk plan geheel uit te voeren. Van kampong Ratoeë, ten zuidoosten van Indrapoeri, tot Loeëng Ije (Longi) doorsneed (1) Of Kroeëng Karong. Zie boven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 113