107 Al deze grintwegen zijn tevens verharde wegen. Behalve den weg van Kota Radja naar Oleh-leh, die (zie boven) breeder is, hebben deze wegen eene breedte van 4 M. Alleen op deze wegen mogen zich voertuigen bewegen van particulierenbestemd tot personen- en goederen- of materialenvervoer. Alle andere wegen worden wegen der 2e klasse genoemd. Voor zoover deze wegen niet onder beheer van den Staf zijn, mogen ze alleen worden gebruikt door voertuigen van particulieren, slechts tot personenvervoer bestemd. Een gedeelte der wegen van de 1® klasse staat onder beheer van de Burgerlijke Openbare Werken en het andere, grootste gedeelte onder beheer der Genie. Een gedeelte van de wegen der 20 klasse staat onder beheer der Genie en een ander gedeelte onder dat van den Staf. De wegen onder beheer van den Staf worden patrouillewegen ge noemd. Op de patrouillewegen mogen zich geene voertuigen van particulieren vertoonen. I. Wegen der 2C Tclasse onder beheer der Genie. 1. Van Lamtih naar Lamdjamoe, 1205 M. lang en 1.50 M. breed. Deze weg wordt de buiteniveg van Lamtih naar Lamdjamoe genoemd, is onverhard, maar wordt geheel begrint. 2. Van Belang naar Djembatan Doewa, 1071 M. lang en 4 M. breed, begrint, maar niet verhard. 3. Van het kerkhof te Kota Radja langs den spoorweg naar Ke- tapang Doewa, 4250 M. lang, begrint, maar niet verhard, 1.50 M. breed. 4. Van Ketapang Doewa, langs de buitenzijde van de ceintuurbaan, over Bëlang naar Lamdjamoe, 2390 M. lang, 1.50 M. breed, begrint, maar niet verhard. 5. Van Ketapang Doewa, rechteroever der Kroeëng Daroe (1) langs Mibau, Lehong, Penjirat en Lampoes Oek naar Lehong Batah Mesigit, uitkomende op den grintweg van Lamreng naar Lehong Batah. Deze weg is 2 M. breed en een zand- of grasweg. 6. Van Lampënëroet naar Lamlagang (niet ver van de plaats, waar voorheen Mandarsa Poetih stond), 2500 M. lang, 4 M. breed, (1) of Daroï.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 118