109 ontstaan dikwijls verzakkingen en slaat eene enkele brug wel eens uit elkander. Deze wegen vereischeu vooral in het terrein tusschen den rechter oever der Atjehrivier en de Kroeëng Tjoet door de vele krabben en wilde varkens—veel onde rhoud. Slechts zeer enkele wegen zijn begrint. Zij zijn minstens 2 M. breed. Men vindt thans de oudervolgende patrouillewegen 1. Yan Lamtih naar het blokhuis Sabang, begrint. 2. Yan den weg van OlehJeh naar Lamdjamoe, langs de kampongs Sinangri en Soerian, naar den patrouilleweg van Lamdjamoe naar den weg van Kota-Radja naar Olehleh. 8. Van Lamdjamoe langs de kampongs Lampoes Daja en Bital naar den weg van Kota-Radja naar Olehleh. 4. Vau den ad 8 bedoelden weg langs Empëroem (1) naar den weg van Belang naar Djembatan Doewa en van hier naar den spoor weg van Ketapang Doewa naar Kota-Radja, bij het schietterrein van Ketapang Doewa. 5. Van het schietterrein van Ketapang Doewa naar den grintweg van Ketapang Doewa naar Kota Radja en van hier over de Kroeëng Daroe en langs (benoorden) de ceintuurbaan naar het blokhuis Lamara en van hier naar den weg van Lampë .ëroet naar Kota Radja. Deze weg is tusschen de Lëhong Mibau Raija en den weg van Larnpë- nëroet naar Kota Radja begrint. 6. Yan den weg van Lamdjamoe naar Boekit Seboen naar Djem- pit, id. naar Boekit Kesoemba, id. naar Ketapaug Doewa. 7. Van Ketapang Doewa naar Boekit Daroe en Boekit Trieëng (Terin), 3 M. breed. 8. Van Boekit Tritëng naar Biloel. 9. Van Biloel naar Tjot Goeë met een tak naar Lamkoenjit. 10. Van Tjot Goeë naar Lampënëroet. 11. Van Lampënëroet naar Lamreng, bekend onder den naam van den binnenweg tusschen beide plaatsen. 12. Van den spoorweg van Lamreng naar Bëringin, bezuiden Kota Lawës, over de Kroeëng Tandjong, langs kampong Adjë, over 1) Volgens de spelling op de kaart. De Atjeker spreekt van Empairoein; de klemtoon op de tweede lettergreep.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 120