112
stonden en wellicht nu nog daaronder staan. Mochten zij echter
sedert onder het beheer van de Genie zijn gekomen, dan moeten zij
hierboven onder de Wegen der le klasse worden opgenomen.
Het is mij niet bekend of na 1894 de overige bestaande en reeds
vóór 1884 gemaakte zandwegen, die niet hierboven onder 138
genoemd worden, ook onder het beheer van den Staf zijn gekomen.
Zoo ja, dan moeten deze onder de Patrouillewegen ressorteeren.
Welke deze wegen zijn, is reeds hierboven vermeld.
De overige, niet beschreven wegen behooren tot die in en om
Kota Radja en Olehleh.
Het gebrek, dat aan de wegen in het tegenwoordig door ons
in Groot-Atjeh bezette gebied kleeft, is, dat zij de verharde en
enkele zandwegen uitgezonderd te smal zijn. Behalve den spoor
weg en den weg van Kota Radja naar Olehleh, zijn de andere
wegen geblekeu niet boven het tot dusver bekende bandjirpeil te
zijn.
In de sawah's en langs de oevers der Atjehrivier en van hare
affluenten vond men talrijke kampongs, die over het algemeen veel
overeenkomst met elkander hebben. Door pagar's van pinang, klap
per- en andere boomen, aangevuld met doornachtige struiken en met
stekels bezette gewassen afgesloten, zijn sommige in vierkanten van
60 M. zijde verdeeld. In sommige dier vakken staan de woningen,
meestal van hout en op zeer onregelmatige wijze verspreid, met
atap gedekt en staande op palen, 2 M. boven den grond. Elk eif
is door heggen van stekelig struikgewas afgesloten. De slecht onder
houden voetpaden van hoogstens 3 a 4 dM. breedte slingeren in
willekeurige richting langs de erven en door de verschillende afdee-
lingen tusschen de pagar's. In andere dan de bewoonde vakken
vindt men aanplantingen van suikerriet, pinang, geboomte, pisangstrui
ken enz., terwijl hier en daar, te midden van het hout, kleine stukken
sawahterrein zijn opgesloten. Enkele slecht onderhouden waterlei
dingen en selokan's voeren het regenwater af, dat zich op den onge-
lijken, met hoog gras bedekten bodem mocht verzamelen. De gren
zen of randen van de kampongs bestaan soms uit aarden wallen van
nog niet 1 M. hoogte, maar in den regel uit pagar's van bamboe-