120
3°. Beoefening van het inschieten bij gewone exercitiën.
4°. Het schatten van afstanden.
5°. De oefening met schijnvuren, later gecombineerd met het doen
van losse schoten uit de batterij.
6°. De practische oefeningen met scherp.
Men hoort wel eens beweren, dat eigenlijk de sub. 6 genoemde
oefening uitsluitend zoude moeten worden toegepast, doch dat dit in
geen enkel land ter wereld geschiedt om de hooge kosten en omdat
men niet overal geschikte terreinen heeft. Wij deelen dit gevoelen
echter niet en zijn van meening, dat al had men de beschikking over
millioeoen projeetielen de sub. 1 t/m 6 genoemde oefeningen toch in de
bepaalde volgorde zouden moeten worden doorloopen, waarbij dan ech
ter de sub. 5 genoemde oefening zeer zoude kunnen worden bekort.
Beschouwen wij de sub 16 genoemde oefeningen nu eens wat nader.
ad. 1. Set bestudeeren van de Leidraad voor het schieten en van
het richtreglement. Hierbij leest men herhaaldelijk de bestaande voor
schriften na, waarbij men zich vele voorbeelden stelt. Ofschoon het
letterlijk van buiten leeren der schietregels niet noodzakelijk is, zoo
moet men er toch zooveel van weten, dat men ieder geval dadelijk
aan de bestaande regels kan toetsen en nimmer in twijfel komt om
trent de vraag, hoe dit of dat in het reglement is geregeld.
Het beste is hierbij schietstaten van practische oefeningen van
vorige jaren te raadplegen. Men gaat dan uit van de gegevens, die
in deze staten bij het l6te schot waren aangenomen en bedekt de schiet-
staat zoodanig, dat men er niet verder op kan zien, dan tot en met
het schot, waarvoor we reeds in gedachten het commando hebben
gedaan. Intusschen is dit middel niet in alle gevallen toe te passen,
daar de schietregels in de laatste jaren nog al eens wijzigingen
hebben ondergaan. Yoor meer geoefenden is dit nu echter juist een
aardig middel om eens te zien tot welke resultaten men met de
vroegere schietregels kwam en hoe wij het er thans zouden afbrengen.
Een ander hulpmiddel bij het bestudeeren is het gebruik maken van
een dobbelsteen. Daarbij neemt men b. v. aan dat de oneven nom-
mers voorstellen en de even met uitzondering van de 6 die
als wordt aangemerkt.
Nu weet ik wel, dat men op deze wijze handelende, schietuit-