164
bemannibg waren hoofdzakelijk de middelen van gemeenschap tusschen
Atjehen de omliggende landen. De Atjehsche handelsvaartuigen waren
1. de kolek of bidoeJcvan 2^ tot 5 kojang ruimte,
2. sampan besar5 „10
in tegenstelling van de sampan poekat, die gebruikt wordt voor
de vischvangst met sleepnettenvan 1 k 1^ kojang ruimte en bemand
met 8 koppen en de sampan ketjil of djaloer voor middel van
communicatie op reeden en rivieren,
3.
de pantjallang
7 tot
8
kojang ruimte,
4.
médang ara (1)....
10
20
5.
tongkang
10
25
6.
toop
20
40
7.
schoener
40
100
Toen de Atjehsche kust van Pangah (benoorden Tenom) tot Dia-
mantpunt door de Marine voor allen in- en uitvoer was gesloten,
vond het vervoer van goederen van het niet gesloten gedeelte der
kust naar het binnenland plaats. Door het sluiten der kust, en
daardoor van den zeeweg, heeft het goederenvervoer zich naar de
land- en rivierwegen verplaatst. De landwegen gaan, voor zoover
zij van de Oost- naar de Noordkust leiden, over de Djamboe Ajer-
rivier, langs Teloq Nibong, Pasei Tinggi, Pantën Laboe en Tëpin
Gadja, naar het westen en wel
1°. van Teloq Nibong door de bovenstreken van Kertih en Pasei
naar den bewesten Teloq Semaweh gelegen Boekit Panggoel;
2°. van Pasei Tinggi naar de gedei van Kertih en van hier over
Bëlang Meh, Lantjoet en Meraksa naar Tjoenda en de gedei van
Teloq Semaweh;
3°. van Pantën Laboe over Piada en langs het strand tot Teloq
Semawehen
4°. van Tëpin (2) Gadja naar Tëlaga Batang.
Yan Edi gaat het clandestien vervoer van goederen over Edi Tjoet,
Bagoh en Boeging naar Gëloempang en Djolok Besar en van hier
over Tandjong Semantoh naar Pantën Laboe (zie boven).
Y) D
'(1) Hierin zitten 80 roeiers.
(2) De kaarten en rapporten spellen nu eens Tepin of Teping dan weêr Tebing of
Tapian.