172 31. Edi Raijoet. 32 Pedawa Besar. 33. Soengei Raija. 34. Perlak (op oude kaarten Prahoe Ila of Prau Ila) en Onder hoorigheden. 35. Modjopahit. 36. Langsar. (1) Het voornaamste eiland, dat tot de Onderhoorigheden behoort is Si Maloer, Poeloe Oeër of Poeloe Babi (2) met de Sinabangbaai in het noorden en de Tapakbaai in het zuiden. Vele kleine eilanden liggen om dit groote eiland. De meest genoemde eilanden langs de Westkust zijn Poeloe Rangas bij de baai van Rigas, Poeloe Kas tegenover Patih, Poeloe Raija tegenover Teloq Kroeët, en aan de Oostkust Poeloe Tikoes en Poeloe Rawa tegenover Modjopahit en Langsar. Op de Oost- en Noordkust vindt men meer dan op de Westkust vlak kustland van eenige uitgestrektheid. Op de Westkust is dit alleen het geval tusschen de monding van de Kroeëng Sabil en Oedjong Poeloe Kajoe en tusschen de monding van de Bak Oeër en Oedjong Tjolok Batoe en in t algemeen daar, waar zich rivieren van eeni0, aanbelang een weg naar zee banen. Op andere gedeelten der West kust treft men in 't geheel geen vlak kustland aan en rijst het gebergte steil uit zee op. De grootste afstand, waarop zich het gebergte ter Westkust van de kust verwijdert, bedraagt hoogstens 12 of 13 K.M. Van het gebergte in de Onderhoorigheden is nog weinig bekend. De kust ondergaat eigenaardige veranderingen: 1° door de landvorming, veroorzaakt door zandopstuwing tenge volge van de hevige branding, waardoor het slijk van de rivieren geen uitweg in zee kon vinden en zij een met de kust evenwijdigen loop moesten nemen, een verschijnsel, dat men zoowel op de Noord als de Westkust aantreft; (1) Deje opgave verschilt eenigszina met die in den Indisohen Regeeringsalmanak van 1892. (2) Bakbi?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 183