207 men door de afmattende warmte spoedig lusteloos en daarmede ver dwijnt de ambitie. Bij het werken moet men zoo luchtig mogelijk gekleed zijn en daarom moet aan een ieder, die genegen is tricot en gymnastiek pantoffels aan te schaffen, vergund worden hierin te werken. Bij gymnastiek geen knellende banden, geen nauwe kleeding, vooral niet aan hals, borst en buik, zooveel mogelijk frissche lucht, koele localen; de vloeren stofvrij houden, eveneens de matrassen; deze zijn gewoonlijk verzamelplaatsen van vuil. Ten slotte iets over de vooroefeningen. Het voorschrift geeft alleen oefeningen aan werktuigen, op de hindernis-baan en in 't springen; terwijl de recrutenschool eenige bladzijden bevat met oefeningen met en zonder geweer, welke laatste hoofdzakelijk voor de recruten zijn vastgesteld en door de geoefenden zoo nu en dan op het exercitieterrein herhaald worden. Aan deze vooroefeningen wordt, nadat men afgeëxerceerd is, zeer weinig meer gedaan, nog minder dan aan de toesteloefeningen, en toch verraeenen wij, dat zij even nuttig zijn. Wij laten hier eenige bewegingen volgen en zullen daarbij mede- deelen, welke spieren er door geoefend worden. Als leidraad ge bruiken wij: „De geneeskundige kamergymnastiek door Dr. D. G. M. Schreber, bewerkt door Dr. F. A. C. Waitz. Vooral voor recruten zijn deze oefeningen zeer doelmatig, terwijl voor afgerichte manschappen het telkens herhalen ook Diet van nut ontbloot is. De helft der compagnie, welke niet aan de toestellen werkt, doch op andere wijze moet worden beziggehouden, zou deze oefeningen in dien tijd kunnen verrichtenwaarvoor sleohts weinig ruimte, des noods in de open lucht mits onder schaduwrijk geboomte gevorderd wordt. Het is goed deze bewegingen dagelijks aan de recruten te onderwijzen, gedurende een uur; doch in de gymnastiekloods of op eene schaduwrijke plaats en niet op het exercitieterrein. De tijd daarvoor bestemd is het best vóór den maaltijd, terwijl na de oe fening minstens een kwartier moet verloopen, voor men gaat eten. De meest geschikte tijd zou dus zijn 's morgens van 9 tot 10 uur, alsdan heeft men tot half elf, het uur, waarop gewoonlijk het appel voor soepeten plaats heeft, een half uur waarin de spieren tot bedaren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 218