10
geen strijd tegen de Javaansche bevolking, maar wel tegen Dipo
Negoro en zijne talrijke aanhangers. Van een gedeelte der bevol
king en hare aristocratie ontving ons gouvernement zelfs steun in
verschillende vormen. Men denke slechts aan de in dezen oorlog
door onze besturende ambtenaren, residenten en assistent-residenten
aangevoerde bevolkingsbarisan. Deze oorlog levert vele voorbeel
den van den kleinen oorlog en eindigt met de groote jacht onzer
troepen op Dipo Negoro tusschen de Progo en de Bogowonto. De
kleine oorlog wordt gevoerd, omdat Dipo Negoro zich in het open
veld waagt met zijne min of meer georganiseerde troepen, bekend
onder de namen Boelkio's, Toerkio's, Bardjoemat's, Harkio's, Penili's,
Larban's, Naseiran's, Soeropada's, Sepoeding's, Djagir's, Soerotan-
dang's, Djaijengan's (ruiterij), Soeroögomo's en Wanangprang's.
Deze slecht georganiseerde en slecht geoefende troepen delfden het
onderspit tegenover de vereenigde strijdkrachten van ons, de massa
d. al de troepen, die op eene beperkte ruimte onder ééne leiding
tot één doel samenwerken ouder de bevelen van den Generaal
de Koek.
2. Padri-oorlog, 18191839. Deze oorlog werd door ons tegen
een gedeelte der Maleische bevolking, hoofdzakelijk de godsdienstige
secte der Padri's, gevoerd. Van het andere gedeelte der bevolking
ontvingen wij moreelen en materieelen steun. Soms streden 5000
Maleische hulptroepen aan onze zijde, gezwegen van de Bataksche.
De vijand streed in den regel achter zijne versterkte kampongs en
linien. Van volksoorlog was geene sprake. Eerst toen onze troepen
werkeloos werden, d. i. het initiatief prijs gaven, begon de vijand
den guerillaoorlog te voeren en tastte hij onze alleen loopende mili-
tairen, patrouilles en convooien. ja zelfs onze versterkingen aan,
waaraan een einde kwam, toen onzerzijds het initiatief werd hernomen.
3. Expeditiën naar Bali in 1846, 1848 en 1849. Tijdens deze
krijgstochten voerden wij strijd tegen slecht georganiseerde strijd
krachten. Van volks- en guerillaoorlog geen spoor.
4. Expeditiën naar Boni in 1859 en 1860. Ook hier was alleen
sprake van een gewonen strijd tegen slecht georganiseerde strijd
krachten, die zich in het open veld waagden.
5. De oorlog in de Zuider- en Oostrafdeeling van Borneo van