Bij het afgaan van het schot drijft de druk der buskruitgassen het sluitstuk achteruit, de haan spant zich, de huls wordt omhoog uitgeworpen en het sluitstuk vliegt onmiddellijk door de spanning van den spiraalveer weder dicht, tevens een nieuwe patroon in den loop brengende; de haan blijft gespannen en men kan dadelijk een tweede schot doen. Yerdere gegevens der Bergmannpistolen, waarvan drie Nos. bestaan, zijn Dit laatste is volstrekt niet overdreven, want om 30 schoten te doen heeft men 6 ladingen noodig. Iedere lading duurt hoogstens 4 secunden, dus gaan er 24 secunden verloren met laden en herladen. Er blijven dus 36 secunden over om 30 schoten te doen, waarbij men niets anders heeft te verrichten, als eenvoudig af te trekken. De schck is geriüg, het rookzwak kruit en de wijze van herladen beletten het richten niet, zoodat men ruim één secunde voor iedere richtiDg overhoudt, hetgeen voor een geoefend schutter voldoende is. Vergelijkt men uit bovenstaande gegevens het Bergmannpistool met onze revolver dan ziet men De aanvaDgssnelheid bedraagt 60 pCt. meer. (1) De vuursnelheid per minuut is ongeveer 3 X grooter (met een revolver doet men hoogstens 10 gerichte schoten per minuut). Bij de herlading kunnen geen patronen verloren gaan, iets dat bij een revolver, indien de schutter zenuwachtig is, wel het geval is. Door een paar openingen (o) in den rechterzijwand van het ma- gewicht kaliber lengte hoogte gewicht lading grootste breedte (dikte) No. 1. No. 2 No. 3. 140 m.M. 175 m.M. 250 m.M, 80 110 140 18 22 30 300 gram. 470 gram. 850 gram, 5 m.M. 5 m.M. 6.5 m.M. 0.05 gram. 0.05 gram. 0.15 gram De V0 bedraagt bij het pistool No. 3, 240 M. Yuursnelheid 6 schoten in 2 secunden. per minuut 30 gerichte schoten. (1) De Y0 van de revolver IÏM. bedraagt slechts 150 M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 228