VARIA. Waterdichte kleeding stukken. In de laatste jaren heeft men zich in de meeste legers van Europa ernstig beziggehouden met het bestudeeren van het vraagstuk der water dichte kleeding. Gemakkelijk was de oplossing hiervan niet, aangezien men de water dichtheid niet ten koste van de poreusheid en lenigheid der stoffen mocht verkrijgen. Het meeste resultaat is tot nu toe verkregen met kleiaarde (1) op lossingen, die in den vezel der grondstoffen wordt geperst. Nieuwe stoffen toonden zich dan na het drogen volkomen waterdicht, doch na opbewaring gedurende eenige jaren, gevolgd door een tweejarig gebruik als kleedingstuk, bleef er niet veel van de waterdichtheid over. Latere beproevingen met azijnzure kleiaarde hadden zeer goede resul taten en leidden in 1883 bij het Belgische leger tot de invoering van kleedingstukken, die met deze stof waren geprepareerd. De bewerking komt hierop neer, dat de grondstoffen worden doortrok ken (door inpersing) met eene oplossing van 1.7 °/0 azijnzure kleiaarde waarbij ze 60 a 80 °/0 van hun eigen gewicht van deze vloeistof op nemen. De stoffen worden daarna bij eene temperatuur van 38° R. gedroogd. De ingewerkte vloeistof wordt na het drogen niet gefixeerd, zoodat steeds geleidelijk verlies door verstuiven, uitkloppen, uitborstelen enz. plaats heeft. Tot zooverre een klein uittreksel uit een over dat onderwerp voor komend artikel in de Mittheilungen ïïber Gegenstande des Artülerie- und Geniewesens" jaargang 1896 heft XII. Zou men niet in Indië ook eens eene proef nemen met waterdichte kleeding P Het bezwaar van verstuiving der ingewerkte kleiaarde, na een twee- of meer jarig gebruik kan hier zeker niet gelden, aangezien de kleedingstukken in gebruik bij den troep het zoolang niet uithouden. Men denke ook niet, dat de geprepareerde kleedingstukken warmer zitten (1) Hiormede wordt zeker bedoeld eene soort aluinhoudende kleiaarde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 235